Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘Hard Labeur’

Toch kennen nogal wat Vlamingen de titel van een zijner beste werken. Zij gebruiken hem zelfs nog. Als de ellende van de negentiende en vroege twintigste eeuw wordt opgeroepen, duikt ook die titel gegarandeerd op: Arm Vlaanderen. Hij is een begrip geworden, een naam voor een bepaalde hongerperiode uit onze geschiedenis.

Je komt hem ook nog wel eens tegen onder een lezersbrief in een zeldzaam flamingantenblad. Dan wordt hij meestal gevolgd door een uitroepteken en door de vraag: Hoe lang nog? In mijn jonge jaren kon je de uitroep vaak in de politieke echo’s van De Standaard vinden. De redactie had er een stempel laten van maken die automatisch onder elke franskiljonse kaakslag werd gedrukt. (Zo werd althans verteld …)

De liberaal Reimond Stijns, die leefde van 1850 tot 1905, in een tijd toen liberalisme nog progressiviteit betekende, schreef een andere roman waarvan de titel nu nog naklinkt: Hard Labeur. Die klank is vooral de echo van een tv-feuilleton uit 1985 dat later als een ‘Vlaamse klassieker’ op DVD is verspreid. Hoofdrol: Jo de Meyere.

Hard Labeur verscheen in 1904 en was een voor die tijd zeer hard verhaal, waarmee Stijns het naturalisme in onze letterkunde inluidde. Zo noemt men hem  een voorloper van Cyriel Buysse, die hem graag een eregroet heeft gebracht. Jaren later roemde Louis Paul Boon de roman als het beste Vlaamse werk uit die periode.

*

* *

Tussen de twee romantitels ligt het begin en het einde van Stijns literaire levenswerk. Op het omslag van een recent verschenen biografie zijn ze nu verenigd: Van Arm Vlaanderen tot Hard Labeur. Auteur van die biografie is de historicus en romancier Paul de Pessemier ’s Gravendries, de adellijke bewoner van het slot van Laarne. Hij heeft een goed werk verricht ter ere van een pionier die niet bepaald gunsten mocht genieten van de adel en andere heren in het toenmalige verdrukte Vlaanderen.

Paul Pessemier ’s Gravendries schreef niet zozeer een levensverhaal als een beredeneerd overzicht. Hij heeft zo ongeveer alles gelezen wat er ooit over en van Stijns op papier is gezet, ook in talrijke brieven en documenten. Hij geeft ons tal van citaten en hij bindt ze aan mekaar met eigen woorden en met de bedaarde sympathie van een broeder uit de loge.

Stijns is amper 55 jaar geworden. Voor ons is dat jong, in arm Vlaanderen waren er velen die zo oud niet werden. In die korte tijd heeft hij veel geproduceerd: romans, verhalen, artikels, meestal in de sfeer en sociale context van zijn geboortestreek, de zogenaamde Vlaamse Ardennen. In het midden van de negentiende eeuw een der armste gewesten van ons land. Als zoon van een onderwijzer in het dorp Mullem was hij toen een der weinigen die zich min of meer uit de ellende kon opwerken. Op zijn beurt mocht hij onderwijzer worden. Zijn ervaring in de primitieve en bekrompen normaalschool, daarna in de simpele dorpsschool en weldra in de Vlaamse voorsteden van Brussel, brachten hem tot de overtuiging:  Zij, die hunne machtige hand over het arme Vlaanderen houden, die het onderdrukken, om er allen trots te doden, die er twee kankers laten voortwoekeren: (dat zijn) bijgeloof en ellende.’ Die kankers bestreed hij in zijn eerste roman, op het ogenblik dat de eerste grote schoolstrijd tussen katholieken en liberalen in België losbarstte. ‘De Kerk heeft mij met geweld weggedreven’, zei Stijns.

 Op het omslag van Arm Vlaanderen (1884) prijkt zijn naam achter die van de taalkundige Isidoor Teirlinck, die familie van hem was. Wat precies door de ene of de andere is geschreven, weet men niet. Teirlincks bijdrage wordt door de biograaf wel geminimaliseerd. Het moge aanleiding geven tot een stukje lokaal-patrottisch knokken. In 1979, toen Isidoor en zijn zoon Herman Teirlinck door de Academie werden herdacht, betoogde Professor Hoebeke in die geleerde instelling, het tegenovergestelde van wat de biograaf nu zegt. Hoebeke maximaliseerde de inbreng van Isidoor Teirlinck en meende bovendien dat de roman niet in Mullem moet worden gesitueerd, maar wel in Zegelsem, het geboortedorp van vader Teirlinck. Wij zullen het God en de mulder laten scheiden.

*

* *

In elk geval trok Reimond Stijns in het spoor van zijn taalkundige vriend Isidoor naar de vrijmetselarij en naar de hoofdstad. Daar werd hij onderwijzer in Molenbeek, toen een klein en mager dorp aan de Zenne. Hij bleef er lange jaren maar klerikale tegenstand zorgde ervoor, dat hij jaren op een vaste benoeming moest wachten. Ondertussen nam Stijns actief deel aan het zogenaamde literaire leven in de hoofdstad en schreef hij romans en verhalen in serie. Naar verluidt was hij tevens de eerste die een ‘echt jongensboek’ publiceerde. Zijn groter werk kreeg weerklank in het artistieke wereldje, maar de uitgave kostte hem veel moeite en geld. Gelukkig was zijn vrouw ook onderwijzeres en kon ze hem steunen. Stijns was in die jaren niet de enige die zelf de drukker-uitgever moest betalen. Bij sommige collega’s werd die aderlating gecompenseerd met eerbewijzen en benoemingen, hij kreeg geen officiële erkenning, greep naast het lidmaatschap van de Academie en werd ook door de mensen rond ‘Van Nu en Straks’ uit de weg gezet. Zelfs zijn neef Herman Teirlinck stelde hem teleur, maar die zou zich herpakken en maakte zelfs (mooie) illustraties voor hem.

Stijns leed onder die miskenning. Zij had zeker ook te maken met de wijze waarop hij in zijn boeken als een der eersten taboes rond seksualiteit en zelfmoord doorbrak. Er waren toen roemruchte figuren in de Vlaamse ‘geesteswereld’ die zijn naam zelfs niet meer wilden uitspreken. Priester Hugo Verriest bijvoorbeeld.

Gaandeweg raakte Stijns almaar sterker onder de invloed van de literaire naturalisten en benadrukte hij dat erfelijkheid en determinisme ‘elk menselijk streven’ bepaalde. Ten slotte werd zijn gezondheid ondermijnd door wat zijn biograaf met een merkwaardig woord noemt zijn zwierbollige levenswijze. Zelf heeft hij ooit de ramp van het alcoholisme in Vlaanderen beschreven met een ander merkwaardig beeld: ‘de jenever zingt op de hoeve, zingt in de kerk, hij zingt bij de wieg en zingt bij het graf…’ Zijn biograaf aarzelt niet: Stijns heeft zich doodgedronken.

In 1904, een jaar voor zijn overlijden, publiceerde de zieke man Hard Labeur. Hij schreef deze roman, naar eigen zeggen, om te bewijzen dat hij het godverdomme zo goed kon als de jonge Teirlinck en Streuvels. Daar zal tegenwoordig wel over getwist worden, maar het boek is wel degelijk zijn eigen beste werk geworden. Hij ‘brak met de slapheid van de heersende conventie’ en ‘het kwam in Vlaanderen aan als een dreun in volle aangezicht’, zegt de biograaf.

Een jaar later kreeg Reimond Stijns, bij zijn begrafenis, de volkstoeloop en de lof die hij voordien te veel had gemist. Molenbeek schonk hem een straat maar heeft nadien zijn graf wel opgeruimd.

*

* *

Paul de Pessemier’s Gravendries illustreert zijn boek met talrijke foto’s en documenten en voegt er talrijke bijlagen aan toe: een tijdlijn, brievenlijst, biografische gegevens. Een onmisbare schat voor de zoekers en liefhebbers van literatuur- en andere historie. In de index miste ik wel twee namen: August de Winne en Desiderius Stracke. Ook zij zijn sterk verbonden met het begrip Arm Vlaanderen en dat verdiende wel een enige uitleg in de bijlagen.

August de Winne was een Vlaming die een grote rol gespeeld heeft in het Franstalige socialistische dagblad Le Peuple. In 1902 publiceerde hij in die krant een lange reportage A travers les Flandres , waarvan in 1903 een Nederlandse editie verscheen, met een inleiding van Anseele: Doorheen Arm Vlaanderen. De Winne won er de eretitel mee van ‘eerste journalist die zich om de sociale situatie in Vlaanderen bekommerde’. Zijn fotografisch en geschreven verslag werd een klassieker in onze sociale journalistiek en geschiedschrijving. Niet toevallig heeft Pascal Verbeken er recent in zijn voortreffelijke boek Arm Wallonië naar verwezen.  

Bij de vorige generaties flaminganten was Pater Stracke lange tijd de bekendste van de drie, nu is zijn figuur de meest vervaagde. Zeker zou de strijdbare jezuïet, mocht hij nu in de Stijns-biografie opduiken , een salvo schietgebedjes afvuren. In 1913 oogstte hij veel bijval met een lezingenreeks onder de titel Arm Vlaanderen, die in brochurevorm op grote schaal werd verspreid. Als ik mij niet vergis verscheen zij het laatste in de serie Vlaamse Pockets, in 1965. Stracke gaf voorbeelden van het pauperisme in Vlaanderen en had het vooral over ‘de zielsarmoede van ons ras’, dat met zijn taal ook ‘het vaderland der ziel’ had verloren. Hendrik J. Elias noemde het in zijn Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, deel 4, ‘een bittere aanklacht waarin de revolte van het activisme smeult’.

 Zo wapperden er ook in de literatuur drie vlaggen over Arm Vlaanderen: een blauwe, een rode en een geelzwarte. 

Reimond Stijns | De Pessemier "s Gravendries Paul

Paperback / softback | Nederlands | Literaire non-fictie algemeen

Reimond Stijns "(1850-1905) schreef drie belangrijke romans: Arm Vlaanderen (samen met Isidoor Teirlinck). In de Ton en Hard Labeur. Toch kreeg hij nooit de waardering die hem toekwam. Hij werd integendeel door de overheid sterk tegengewerkt in zijn beroepsloopbaan. [lees verder...]



Meer berichtjes van Gaston Durnez

De eeuw van Heldring

Recensie Gaston Durnez - 11/11/2018
Tussen 1960 en 2012 heeft J.L. Heldring in het NRC-Handelsblad viereneenhalf duizend afleveringen van zijn rubriek Dezer Dagen gepubliceerd. En daar buiten ook nog zo een en ander. Ik weet niet of het een record is, het is wel een flinke stapel papier ! Hij had nog enkele velletjes groter kunnen zijn,
[lees verder]

Een grote literaire vriendschap

Recensie Gaston Durnez - 30/10/2018
Een der grootste en warmste schrijversvriendschappen uit onze gewesten bloeide vorige eeuw drie decennia lang tussen Stijn Streuvels en de 26 jaar jongere Antoon Coolen. Toen de Noord-Brabander in 1929 zijn toenmalige succesboek Kinderen van ons Volk als geschenk aan de grijze West-Vlaming presenteerde, [lees verder]

Reimond Kimpe, Leeuw en Zeeuw

Recensie Gaston Durnez - 10/05/2018
In 2001 ontstond in Middelburg een ridicuul incident rond een schilderij dat de oorlogsbrand van het stadhuis voorstelde en door de Zeeuwse stad werd aangekocht. Het kunstwerk was indertijd vervaardigd door Reimond Kimpe, een Vlaamse activist uit de Eerste Wereldoorlog die ook in de Tweede Wereldoorlog [lees verder]

De man die de duivel een loer draaide

BlogGaston Durnez - 26/04/2018
In de journalistiek is de allround-man de beste specialist. Zo leert ons een oude spreuk in ons beroep. Toon Horsten is er een sterk voorbeeld van. De 49-jarige Kempenaar is een germanist, bedrijvig als literair kroniekschrijver met bijzondere belangstelling voor non-fictie, een expert inzake beeldverhalen, [lees verder]

Journalistieke klokspijs

Recensie Gaston Durnez - 31/03/2018
Er zou een mooi en dik boek te maken zijn over Vlaamse literatoren die ook journalisten zijn geweest. Om maar enkele namen te noemen die de oudsten onder ons nog hebben gekend : Maria Rosseels, Marnix Gijsen, Richard Minne, Reimond Herreman, Louis Paul Boon… Het waren niet de minsten, in de media en [lees verder]

De Brabantse Leeuwerik en de Vlaamse Leeuw

Recensie Gaston Durnez - 13/01/2018
Het Gulden Doek van Vlaanderen, zo heet een der curiositeiten uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Het is een omvangrijk schilderij waarop de kunstenaar Hendrik Luyten in ’t begin van de jaren dertig van de vorige eeuw niet minder dan 115 flamingantische BV’s heeft geportretteerd. Alsof hij [lees verder]

De O op de voordeur

Recensie Gaston Durnez - 26/11/2017
Op een van mijn boekenrekken staat een beroemde foto: het dak van een bibliotheek is ingestort bij een bombardement, zwart verbrande balken liggen boven allerlei puin, maar de zijwanden blijven recht en drie mannen staan er kalm bij en raadplegen een boek of zoeken  een titel.
Waarschijnlijk heb [lees verder]

Toen Vlaanderen bijna verging

Recensie Gaston Durnez - 31/12/2016
Toen de dichter en romancier Jozef Simons in 1948 op 59-jarige leeftijd overleed, erfde zijn 8-jarige zoon Ludo een kleine historische schat: een notitieboekje met soms moeilijk te lezen aantekeningen van een soldaat aan het IJzerfront. De jongen heeft het zorgvuldig bewaard en gekoesterd. In de loop [lees verder]

Wij moeten Stijn Streuvels bevrijden !

Recensie Gaston Durnez - 31/08/2016
Wij moeten Stijn Streuvels uit het literaire museum halen! Wij moeten hem definitief bevrijden van het imago van een gedateerde, landelijke, regionale, particularistische, West-Vlaamse heimatschrijver.
Dat betoogt Toon Breës in een van de opmerkelijkste studies die de jongste jaren aan een Vlaamse [lees verder]

Wij moeten Stijn Streuvels bevrijden !

Recensie Gaston Durnez - 31/08/2016
Wij moeten Stijn Streuvels uit het literaire museum halen! Wij moeten hem definitief bevrijden van het imago van een gedateerde, landelijke, regionale, particularistische, West-Vlaamse heimatschrijver.
Dat betoogt Toon Breës in een van de opmerkelijkste studies die de jongste jaren aan een Vlaamse [lees verder]

Ernest Claes, de man die onder meer schrijver was

Recensie Gaston Durnez - 28/05/2016
Een der populairste schrijvers uit de 20e eeuw in Vlaanderen heeft eindelijk een volwaardige levensbeschrijving gekregen: Ernest Claes, de biografie van een heer uit Zichem. De auteur Bert Govaerts noemt het zelf een ‘gewild ouderwets verhaal van wieg tot graf’. Bovendien wilde hij, dat zijn [lees verder]

Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘Hard Labeur’

Recensie Gaston Durnez - 23/04/2016
Toch kennen nogal wat Vlamingen de titel van een zijner beste werken. Zij gebruiken hem zelfs nog. Als de ellende van de negentiende en vroege twintigste eeuw wordt opgeroepen, duikt ook die titel gegarandeerd op: Arm Vlaanderen. Hij is een begrip geworden, een naam voor een bepaalde hongerperiode uit [lees verder]

0
    0
    Jouw winkelmand
    Jouw winkelmand is leeg
      Bereken verzending
      Bon toepassen

      Bedankt!

      Je link is opgenomen. Hartelijk dank. We bekijken en plaatsen die zo snel mogelijk. Klik ‘Nog een link ingeven’ om een nieuwe link in te geven of klik op Terug om terug te gaan naar de vorige pagina.