Even voorstellen: Anja Vanrobaeys. Zij publiceert weldra bij Willems Uitgevers haar boek ‘Waarom ik blijf strijden’. Wie is zij?
In onze rubriek ‘Twintig levensvragen aan onze auteur’ licht zij een tipje van de sluier.
Waar kom je vandaan?
Daar heb ik al geen voor de handliggend antwoord. Ik ben namelijk geboren in Ludenscheid, West-Duitsland. Ik ben immers een dochter van een militair die daar gestationeerd was.
Op mijn zevende verhuisden we naar Erpe-Mere, naast Aalst. In Aalst spendeerde ik mijn volledige jeugd – ik liep er school, was vast meubilair in het jeugdhuis en beleefde er veel ‘firsts’ kortom mijn jeugd. Aalst is voor mij dus echt thuis. Officieel woon ik nu drie huizen van Aalst af, maar het plan is snel terug in een van de Aalsterse postcodes te vertoeven.
Aalst is een hele fijne stad. Vlakbij natuurgebied. De mensen zijn er heel direct, je weet meteen wat op hun hart ligt. Ik hou van dat volkse, die Ajuinen Humor van Oilstj. En ik ben dus de fiere voorzitter van de Aalsterse afdeling van Vooruit.
Vertel eens over je achtergrond?
Ik kom uit een warm, maar strikt nest. Zoals ik al zei ben ik immers de dochter van een beroepsmilitair. Mijn moeder was bediende. Ik ben geboren in 1968. Universitaire studies lagen dus nog niet zo voor de hand. Ik was dan ook de eerste In mijn familie die verder kon studeren. Ik schreef mij in aan de rechtenfaculteit in 1986. Een bewuste keuze, want ook als tiener beroerde politiek me al. Ik was een activist pur sang. Ik koos voor sociaal recht en wilde voor de vakbond werken om op te komen voor de rechten van de gewone werkende mens.
De universiteit was ook een leerschool op vlak van de samenleving. Mijn volkse en spontane achtergrond botste al eens met die van zonen en dochters van advocaten en notarissen. Zoals vele jonge twintigers maakte dat deel uit van mijn zoektocht, maar ik vond mijn weg tussen hen zonder mezelf te verliezen. Het leerde me hoe je samen meer kan bereiken en door verschillende perspectieven samen te brengen, je gewoonweg meer weet.
Al flakkerde deze kliek waar ik het buitenbeentje was mijn activisme weer aan. Een rechtenstudie heeft een bepaald prestige, maar hoe kunnen zij een samenleving vertegenwoordigen waar ze geen afspiegeling van zijn? En daar volgde een project: ik wou jongeren en mensen die niet weten hoe ze hun stem kunnen laten horen helpen om hun rechten op te eisen. De vakbond madam was geboren. Na mijn studies stapte ik een samenwerkingsverband van het Instituut Sociaal Recht van zowel de Rijksuniversiteit Gent als de Katholieke Universiteit Leuven.
Een passie die ik deel met mijn man Jan. Hij vormde zich om van directeur van een sociale werkplaats naar leraar wiskunde. Hij werkt met anderstalige leerlingen in het technisch onderwijs. Met de voeten in het werkveld verlegt hij ook zijn steentje richting een meer rechtvaardige samenleving waarin iedereen kansen moet krijgen en kunnen grijpen. Samen hebben we ook twee prachtige zonen Robben en Brecht die zich door de laatste loodjes van hun studies wurmen.
Wat doe je het liefst?
Om te beginnen doe ik mijn job heel graag. Ik wens het iedereen toe om met plezier naar het werk te gaan. Wel zoek ik als parlementslid naar een balans tussen hard werken en ontspanning. Het sociale engagement dat mij al heel mijn heel leven drijft, kan ik verder zetten in de politiek. Ik denk dan bijvoorbeeld aan mijn wetsvoorstel van de omzetting van prenataal naar postnataal zwangerschapsverlof waardoor jonge mama’s meer broodnodige tijd bij hun pasgeboren kindje kunnen doorbrengen.
Daarnaast zeggen mijn vrienden dat ik een goede cafémadam zou zijn. Ik vind dat een compliment. Want hoe veel je ook onder de mensen komt, geen enkel contact is zo laagdrempelig als dat tussen een cafébazin en haar klanten. Een cafébazin geniet heel wat vertrouwen en kan steun bieden aan veel eenzame mensen. Want we vergeten soms hoeveel mensen gewoon eens een babbel nodig hebben.
Als ik dan echt eens helemaal moet ontkoppelen, dan kies ik voor een avondwandeling op het strand met mijn gezin. In om het even welke weersomstandigheden en het liefst aan de Noordzee.
Wat betekent geluk voor jou?
Geluk zit in simpele dingen. Onze zonen leiden een leven als een ‘kotstudent’. Als iedereen in het weekend bij elkaar is, dan koken we samen, een muziekje opzetten, dansen en bijpraten aan tafel. Deze momenten betekenen voor mij geluk: een beetje ‘thuiskomen’ bij elkaar.
Waar erger jij je aan?
Weinig. Ik laat me niet snel opjagen. Ik kan veel dingen relativeren en er zelfs mee lachen. Mijn enige echte ergernis: mensen die zich superieur voelen en neerkijken op andere mensen vaak enkel en alleen omdat ze een bepaald diploma hebben of geld. Dat is nergens voor nodig. Iedereen heeft immers een rol in de samenleving. Als morgen de elektriciteit uitvalt, dan zal mijn rechtendiploma me niet ver brengen. Ieder zijn of haar talent.
Waarom ligt dat zo gevoelig bij mij? Mijn moeder werkte op de gemeente en zag hoe schepenen het vanuit dat superioriteitsgevoel vertikten om een simpele ‘goeiendag’ te zeggen. Dat is toch de meest eenvoudige manier om vriendelijk te zijn tegen iemand anders.
Favoriete zanger/zangeres/muziekband/genre/songs?
Geen specifiek genre, ik kan in een bepaalde stemming van alle stijlen genieten: van disco tot reggae en zelfs van punk en ska. Geen vakjes! Mijn zoon houdt van techno en draait dan het volume tijdens onze autoritten helemaal open. Mijn man krijgt daar de kriebels van, maar ik ben helemaal mee!
Favoriete film/televisieprogramma?
Film: The Lemon Tree. Een verhaal over een eeuwenoude citroenboom op de grens van Palestina met Israël. Die moet in twee worden gedaan – en dus onherstelbaar beschadigd worden – omdat een joodse minister op die plaats een woning betrekt. De vrouw van de minister steunt echter de Palestijnse vrouw, van wie de boom is. Daar ontstaat een ontroerende dynamiek die de zwart-wit-tegenstellingen overstijgt. Beklijvend!
Televisieserie:
Downtown Abbey. Geweldige dialogen, waarin de ‘oude gravin’ schittert. Je ziet de maatschappelijke veranderingen in de serie ontstaan. En het ondergraven van de hiërarchie en de verbetering van de positie van de vrouw. De dochter van de graaf trouwt met de chauffeur, een dienstbode wordt bediende. Het kasteelpersoneel groeit door naar een onafhankelijke positie. En bovendien natuurlijk ‘licht humoristisch’, met die typische Engelse humor.
1985: De reeks op Eén over de jaren tachtig, maar vooral over de achtergrond van de Bende van Nijvel. In Aalst blijven deze gebeurtenissen doorleven. De aanslagen van de bende hebben voor een trauma gezorgd bij alle Aalstenaren. Ik mag hopen dat de waarheid alsnog naar boven komt.
Favoriete boek fictie/nonfictie?
Het verzameld werk van Louis Paul Boon, maar dat zal je niet verrassen. Ik heb al zijn titels. Ik hou van het sociale realisme. Mijn lievelingsboek is ‘Vergeten Straat’. Als gevolg van de aanleg van de Brusselse Noord-Zuidtreinverbinding werd een straat letterlijk afgesloten en geïsoleerd van de stad. In het begin ontstond daar vanuit het protest een soort van communistische leefgemeenschap. Na verloop van tijd kwamen de kleine irritaties en menselijke kantjes boven en Boon is de meester van dit soort beschrijvingen. Vooral door zijn sappig taalgebruik, doorspekt met het Aalsterse dialect.
En vandaag lees ik graag Louis van Dievel. Ik noem hem een beetje de Boon van deze tijd. Andere stijl, dezelfde invalshoek: het ironisch belichten van de kleine kantjes van de mens. Absurd en leuk. Het liefst lees ik zijn ‘John & Vicky’, een flashback naar de ‘eighties’. Zeer herkenbaar voor mij, want ik groeide in die tijd op.
Sporthelden/-heldinnen?
Ik ben op mijn 8 jaar beginnen zwemmen en doe dat nog altijd graag. Ik sloot me aan bij de Aalsterse Zwemclub. Mijn sportheldin blijft Ingrid Lempereur. Zij won in 1984 op de Olympische Spelen van Los Angeles de bronzen medaille in de schoolslag. Ze had een zeer bijzondere, mooie stijl. Ik bestudeerde die en nam die over. Ik kan zelfs op mijn leeftijd mijn zonen nog voorbij steken in het zwembad. Puur op haar techniek, de Lempereurstijl met andere woorden. Daar put ik nog altijd kracht uit.
Naar welke mensen kijk je op?
Nelson Mandela. Hij scherpte mijn politiek bewustzijn aan op zeer jonge leeftijd. Ik stond tijdens mijn scholieren tijd flyers uit te delen aan de gebouwen van de Generale Bankmaatschappij omdat die het apartheidssysteem in Zuid-Afrika steunde. Wij wezen de mensen erop dat dit toch echt niet kon. Ik keek echt naar hem op na zijn vrijlating. Hij sprak zich niet enkel uit voor elementaire basisrechten, hij verbleef er maar liefst dertig jaar voor in de gevangenis. Toen hij eruit kwam, gedroeg hij zich helemaal niet haatdragend. Wel integendeel. Dat is toch bewonderenswaardig? Hij sprak toen wijze woorden: ‘Als we vooruit willen met onze samenleving, zullen we ook moeten praten met onze onderdrukkers.’ Die mindset bewonder ik.
Ben je gelovig/ongelovig/spiritueel?
Ik ben zelf niet gelovig. Wel geloof ik dat iedereen die keuze voor zichzelf maakt in wat of wie dan ook. Dat is me zo meegegeven van huis uit. Ik leef volgens de waarden van het humanisme.
Voorkeur voor drank & spijzen/restaurant?
In de winter ben ik te verleiden met een warme chocomelk met crème fraîche en in de zomer mag het wel eens een glaasje cava zijn. Al drink ik niet veel alcohol. Ik ben veel op de baan en rijden en drinken dat gaat absoluut niet samen. Ik hou van de Italiaanse keuken: simpel, maar lekker. Vooral van een zelfgemaakte pizza met verse groenten. Weg met de stress om boodschappen te doen en te koken. Ik vind gezellig kletsen bij het eten veel belangrijker.
Politieke voorkeur?
Ik noem mezelf nog steeds ‘socialist’. Mensen vragen me al eens: hoe hou je dit toch vol? Mijn politieke overtuiging is echter mijn drijfveer: een rechtvaardige samenleving via solidariteitsmechanismen is goed voor iedereen.
Favoriete wereldleiders?
Alexandra-Ocasio Cortez van de Amerikaanse Democraten spreekt me sterk aan. Zij is van eenvoudige afkomst en staat heel dicht bij de actievoerende basisgroepen die opkomen voor herverdeling van de macht in de Verenigde Staten. Hier hebben we een traditie van vakbonden. Ik bezoek geregeld stakingsposten in Aalst en omgeving. Ik ga luisteren naar de grieven van de mensen en neem hun verhalen mee naar het parlement om ze daar te vertolken. Voor iemand als AOC is dat een andere manier van aan politiek doen en ook hier komt dat onder druk te staan. Eens te meer reden om veel met de gewone mens aan tafel te gaan of aan het piket te staan.
Ook met de strijd van Emma Gonzalez voel ik me nauw betrokken. Ze noemt zichzelf X Gonzalez en is één van de jonge scholieren uit de middelbare school in Portland waar een scherpschutter een bloedbad aanrichtte. Het zoveelste in zijn soort in de Verenigde Staten. Zij zette de beweging ‘March for our Lives’ op en gaf een speech die mij omver blies. Als zestienjarige voert ze het debat met de wapenlobby over ‘veiligheid op school’ en praat die oude mannen onder tafel met haar argumentatie.
Welk thema verdient nationaal meer aandacht?
De opkomst van extreemrechts? Wat zijn de oorzaken daarvan? Ik zie vooral dat veel mensen zich in de steek gelaten voelen. Dat gaat meer dan alleen over armoede en inkomen. Vooral over het feit dat mensen hun weg niet meer vinden in de maatschappij. Die is haar dienstverlenende functie kwijt. Mensen voelen zich niet meer ernstig genomen. Als gevolg van de oneerlijke fiscaliteit werd de algemene dienstverlening afgebouwd. Er wordt steeds meer verwacht van mensen. Dat is ook een oorzaak van de burnouts. Zelfs bij leidinggevenden. Die staan onder zware druk om het maximale eruit te halen. Ik pleit ervoor om opnieuw naar mensen te luisteren en in te zien dat iedereen echt wel elke dag zijn of haar best doet.
Welk thema verdient internationaal meer aandacht?
De klimaattransitie moet ècht op de agenda. Het kan niet blijven duren met die lapmiddelen. De overstromingen zullen leiden tot meer vluchtelingen, armoede en conflicten. Het klimaat stopt immers echt niet aan de grens. Dus we moeten dat werkelijk internationaal aanpakken. Er steekt helaas veel ongelijkheid in dat klimaatverhaal. Ik ken in Aalst mensen die letterlijk in de kou zitten omdat ze de verwarming lager draaien en minder douchen, terwijl de stad net op dat moment iedereen oproept om minder te verbruiken. De burgemeester had zich geëngageerd om in de ‘warme maand’ september met de fiets naar het stadhuis te rijden. Beetje potsierlijk toch? Gasten, denken we werkelijk dat we het zo gaan halen? Laat ons ernstig nadenken over hoe we dat kunnen veranderen zodat het leefbaar blijft voor de gemiddelde mens. Ik word boos als ik zie hoe de ‘rijken’ zich met hun privévliegtuigen naar Davos bewegen. Minder liefdadigheid en meer structurele ondersteuning! Maar ook meer overleg daarover in bedrijven, zodat de klimaattransitie sociaal rechtvaardig gebeurt, anders dan destijds met de mijnen in Limburg, waar mensen zich in de steek gelaten voelen en transitiegeld werd weggesmeten in zinloze projecten zoals het pretpark “Land van Ooit”.
Je vindt dus duurzaamheid belangrijk?
Vanzelfsprekend! Duurzaamheid, dat moeten we met zijn allen gaan doen! Ik let ook op mijn shopgedrag. Je mag immers zo duurzaam mogelijk leven en zoveel mogelijk checken, ze hebben je soms toch bij je pietje, die bedrijven! Ik doe ook geen gekke dingen. Simpel geluk, daar kan ik dus echt mee verder in mijn leven.
Interesse voor natuurbehoud en dierenwelzijn?
Voor dieren heb ik veel respect. Daar zijn mijn West-Vlaamse roots niet vreemd aan. Ik verbleef tijdens de vakanties in mijn kindertijd op boerderij van mijn grootouders. De kippen scharrelenden daar nog rond en de varkens lagen in de modder tussen de Brabantse trekpaarden. Geen massaproductie. Geen stress. Ik heb thuis één huisdier: een kat.Ze werd hier achtergelaten in de straat. Ze was zo ondervoed dat ze in mijn handpalm paste. Ze moest wel leren samenleven met onze veel oudere kat. Dat had wat voeten in de aarde, maar het lukte uiteindelijk toch.
Favoriete reisbestemmingen?
Het liefst de Belgische kust. In alle weersomstandigheden. Ik hou ook van Noord-Spanje: Baskenland, Bilbao, Santiago de Compostella. Die tocht te voet afleggen. Zeer leuk om te doen en deze streek combineert cultuur met natuur. Wilde natuur, de nabijheid van de zee, aangename temperatuur en de ruwe Spaanse Pyreneën.
Waarover gaat je boek en wat wil je ermee bereiken?
Ik wil een offensief verhaal over sociale bescherming vertellen. We bleven als socialisten te lang defensief de sociale zekerheid zoals die decennia heeft bestaan verdedigen. Het is belangrijk om mensen te beschermen bij werkloosheid en na hun pensioenleeftijd. Het model is echter niet meer van deze tijd en blijft hangen in de clichébeelden van vroeger: over de bakker met een villa van zwart geld. Een moderne sociale zekerheid ondersteunt onze gezinnen. Maar ook de zelfstandigen waar een parallel systeem voor is ontstaan. Dat kan eenvoudiger en duidelijker. Ik schrijf een positief verhaal over de combinatie van werk mét waardering voor de geleverde prestaties en voldoening en geluk in de privésfeer. Dat gaat niet vanzelf komen, daar zal zoals altijd actief voor moeten worden gestreden.
| Nederlands | |