Romario: ‘Cruijff had ik nog nooit in mijn leven gesproken. Ik had natuurlijk verhalen gehoord, maar kon me moeilijk een voorstelling van hem maken. In de rust kwam Cruijff naar me toe. Doe rustig aan, joh, zei hij. Jij moet niet werken en rennen. Jij moet voorin blijven, wachten op je kansen. Doelpunten maken, dat kan jij. Hij was de eerste trainer die dat tegen me zei sinds Joel Santana. Ik zei tegen hem: jij begrijpt mij. Tegen mij was hij heel duidelijk: jij trekt het shirt met nummer 10 aan, gaat het veld op en doet je werk, doelpunten maken.
‘Cruijffs ideeën waren heel duidelijk. Totaal anders dan bij PSV. Daar was het altijd rennen, rennen, rennen. Fysieke kracht. Conditie. Cruijff trainde alleen maar zoals we speelden. Veel positiespel. Veel beweging. Alles met de bal.’ Johan Cruijff: ‘Romario is als een bankstel. Bij PSV paste de decoratie van het huis niet bij de bank en daardoor was hij niet op zijn plaats. De inrichting van Barcelona is echter wat die bank nodig heeft en daarom zullen we het beste van hem te zien krijgen. Romario’s beste jaren komen eraan. Thuis heerst de vrouw, ik bemoei me nergens mee. En logisch ook, want zij heeft gevoel voor kleur en stijl. Ik zie dat helemaal niet. Ik zal nooit zeggen: dat bankstel erin of die muur moet eruit. Dat wil overigens niet zeggen dat ik geen mening heb.’
Rob Siekmann