Adrian Doherty was een groot talent bij de jeugd van Manchester United. Hij was, naar verluidt, net zo goed als Ryan Giggs – misschien zelfs beter. Op zijn zeventiende verjaardag werd hem een vijfjarig profcontract aangeboden door Sir Alex Ferguson. Dat was ongewoon voor die tijd. Oliver Kay vertelt in ‘Eeuwig jong’ [Forever young] zijn bewogen levensverhaal, want hij redde het niet als voetballer en verdronk moederziel alleen in een Haagse gracht, een dag voor zijn zevenentwintigste verjaardag. Of was het een Amsterdamse gracht? In het boek is eerst sprake van de stationsbuurt van de Nederlandse hoofdstad, waar het drama zich zou hebben voltrokken. Maar vervolgens gaat het over een gracht bij het Centraal Station van Den Haag. Beschouwt de auteur de residentie als de hoofdstad van Nederland? Er zijn meer buitenlanders die dat denken, omdat regering en parlement er huizen en niet in Amsterdam. In Den Haag bevond die gracht zich trouwens in de buurt van het vroegere Staatsspoor en niet bij Holland Spoor, het CS.
Hoe kwam Doherty in Nederland terecht? Dat zat zo: hij zocht na zijn mislukte voetbalcarriere werk in het buitenland via een uitzendbureau.
Op zondag 7 mei 2000 werd de aandacht van een politiepatrouille getrokken door een Aziatische man die gebaarde dat er iemand in de gracht was gevallen ter hoogte van de kruising van de Zwarteweg met de Herengracht. De brandweer stuurde een duikteam, dat de bewusteloze man uit het water haalde. Hij overleefde de val in de gracht niet, want overleed in het ziekenhuis. Het bleek Adrian Doherty te zijn.
Ons gezin – dat van mijn ouders, bedoel ik – woonde vroeger op de Herengracht in Den Haag. Mijn vader had daar zijn haute couture-bedrijf. Het was vlakbij het Binnenhof, waar we straatvoetbalden, met jassen als doelen, op het pleintje vóór het gebouw van de Hoge Raad. Oom agent was nooit ver weg. De Hollandse trias politica was daar samengebald: regering, parlement, hoogste rechterlijke macht. De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie bevonden zich er, rond het Plein. Er was ook een herensociëteit, ‘De Witte’. Ik herinner me die gracht aan de Zwarteweg, bij ons om de hoek, nog heel goed. Daar moest je niet in vallen. Doherty had nooit leren zwemmen.
Rob Siekmann
Paperback / softback | Nederlands | Sportverhalen |