Arnold Mühren: ‘Voetballen heb ik tot mijn tiende alleen op straat gedaan. Van de vroege ochtend tot de late avond. School was voor mij in die tijd niet meer dan een hinderlijke onderbreking van de dag. Mijn straattegel, die ik tijdens het partijtje verdedigen moest, was me veel meer waard dan welk leerboek dan ook. En natuurlijk de straatlantaarn, waaronder ik mijn eerste lichtwedstrijden speelde. Met als gevolg dat mijn moeder vaak nog ongeruster werd, omdat ik nog later thuiskwam.’
Zo ging het vroeger, in een ‘natuurlijke’ omgeving. Je voetbalde door tot het donker werd en het echt niet meer kon. Hoogstens was de bal wit en dat hielp. Dat was spannend, want je balanceerde op het randje van wat nog wel kon en niet meer in het donker. De speelwijze moest dus worden aangepast. Dat deed een beroep op je inventiviteit.
Hoe anders is het tegenwoordig. De romantiek is verdwenen. Er wordt kunstmatig een romantische sfeer gecreëerd, wanneer er glow in the dark voetbal wordt gespeeld. Met een lichtgevende bal die heel goed zichtbaar is en lichtgevende hesjes aan. Spectaculair! Straatvoetbal wordt een lichtshow. Het past bij dat andere modernisme: free-style football, de trucendoos. Met in Nederland de Rotterdammer Soufiane Touzani als boegbeeld.
Bij glow in the dark voetbal wordt het de spelers te gemakkelijk gemaakt.
Rob Siekmann
Hardback | Nederlands | Sport en spel algemeen |