Een oorlog heeft
veel lelijke gezichten
De verkeerde doden van JOHAN VAN DUYSE beschrijft daar eentje van. Het boek is
gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Vier Franse soldaten zitten in een loopgraaf
op aflossing te wachten. Ze zijn de wanhoop
nabij want hun beloofde verlof wordt telkens
uitgesteld. Twee van de vier besluiten over te
lopen naar de Duitsers. De anderen blijven
op post. Toch worden zij door de krijgsraad
tot de dood met kogel veroordeeld omdat ze
niet hebben geprobeerd de overlopers te stoppen. Dood door kogel is een thema dat onder je vel kruipt. Dat is in dit boek niet anders.
Reden genoeg voor een goed gesprek met de auteur.
Waaraan heb jij je passie voor de Groote Oorlog te danken?
Wel, ik ben nog soldaat geweest. Van die twaalf maanden verloren tijd, zijn er zeven dagen waaraan ik een nuttigheidsgevoel overhield. We moesten in de natte herfst
van 1974 patatten gaan rapen in de Westhoek omdat de landbouwers niet meer met hun machines op hun land konden. Zelfs mijn twee linkerhanden werden ingeschakeld. Ik kwam terecht in Mesen, op een boerderij naast een begraafplaats. In mijn vrije momenten ging ik er een kijkje nemen en zag ik daar Australiërs, Nieuw-Zeelanders, Zuid-Afrikanen, Britten, Ieren liggen. Wat kwamen die jongens daar zoeken? Toch niet hun dood.
Toen het IN FLANDERS FIELDS MUSEUM jaren later besloot zomaar een soldaat te herdenken op de dag van zijn overlijden besloot ik om op die begraafplaats op zoek te gaan naar een jongen die overleden was op mijn geboortedatum : 3 juli. Ik vond HERBERT HARLEY (foto) terug, een Australiër die sneuvelde in 1917. En ja, in 2003 hield ik een herdenking aan zijn graf.
Een jaar later kwam ik in contact met zijn familie. We zijn intussen al enkele keren naar Australië gereisd naar zijn familie. Op 3 juli 2017 – 100 jaar na zijn overlijden –
stonden we samen met zijn familie aan zijn laatste rustplaats.
In Nieuw-Zeeland kwam ik in contact met een familie die ook een soldaat verloren had in de Westhoek. Hij ligt net naast HERBERT HARLEY begraven.
9
Wat zet je aan om boeken te schrijven over W.O I?
Het zijn vooral de kleine verhalen over de grote oorlog die me interesseren. Of de zogezegd kleine verhalen, want elke dode heeft zijn verhaal Ook zijn rouwende
familie verdient aandacht. Zij zagen niet de man terugkomen die ze zagen vertrekken. Ook zij zijn oorlogsslachtoffers. Over kanonnen, kogels en uniformen moet je me niets vragen. Over strategie evenmin, tenzij het belangrijk is om te begrijpen waarom wat of wanneer gebeurde.
Je nieuwste boek situeert zich ver weg van de Westhoek. Wat heeft je bezield om te graven in deze Frans-Duitse affaire?
In de Zuid-Franse krant Midi Libre stonden op 6 november 2018 enkele lijntjes over ene FABRE wiens naam vijf dagen later zou toegevoegd worden aan de lange lijst van gesneuvelden die prijken op het oorlogsmonument van AULAS, een dorpje in het Franse departement GARD. Bleek dat hij geëxecuteerd was door de eigen Franse troepen omdat hij, net als FUZIER, niet – je leest goed : niet – deserteerde, terwijl twee andere soldaten die bij hen in de loopgracht zaten dat wel deden. Ze hadden dat moeten beletten, desnoods door hen neer te schieten.
auteur JOHAN VAN DUYSE
Balanceert dit boek tussen realiteit en fictie?
Er zijn heel veel documenten terug te vinden over de vier hoofdpersonages : FABRE, FUZIER, PEYRE en
MIQUEL. Die feiten zitten in het boek. Persoonlijke getuigenissen van en over hen zijn er niet. De familieleden die ik terugvond, weigerden elke medewerking. Ik vond wel brieven terug van jongens
die naar hun lief schreven de avond voor ze doodgeschoten werden. Het leven van de vierde soldaat is fictief beschreven, maar niet nadat ik me liet voorlichten over omgaan met schuldgevoelens en posttraumatische depressies.
Is de Vlaamse jeugd nog geïnteresseerd aan het oorlogsverleden?
Via kleine herkenbare verhalen sijpelt het verleden nog wel binnen. Het boek is niet alleen geschiedenis, maar is ook vertaalbaar naar het heden : wat is recht, wat is krom, waar begint je eigen verantwoordelijkheid, waar eindigt ze, waarvoor moet je je schuldig voelen. Het zijn vragen van alle tijden.
Heb je al plannen voor een volgend boek?
Een boek schrijven is voor mij geen doel op zich. Ik ben nu bezig met het lezen van verhalen van jongens die veroordeeld zijn. Als er me eentje bij de keel grijpt,
dan komt er een nieuw boek aan.