Over John de Wolf zijn twee biografieën verschenen. ‘John de Wolf – Woorden en daden’ door Chris Willemsen, Ton Beije en Joop Been verscheen al in 1994. In 2014 zag ‘De Wolf, John’ – met Jeroen Siebelink – het licht. De reden dat ik dit schrijf is echter een ander boek, uit 2019: ‘John de Wolf – De tweede helft: Over wilde haren en ervaren jaren’ – met Nathan Vos.
Wat ik opmerkelijk aan dit boek vind is dat John de Wolf in de tweede helft van zijn leven trainingen ging verzorgen waarmee hij werkzoekenden in hun eigen tempo fitter hielp te worden. Dat spitste zich vervolgens toe op het aan werk helpen van vijftigplussers. Hij ging het land in om met ze aan de slag te gaan in de sportschool. Het belangrijkst van de trainingen vond De Wolf dat ze het zelf deden. ‘Dus niet sporten omdat ze het moesten, maar omdat ze het wilden. En er plezier in kregen. Velen van die werkzoekenden waren daar aanvankelijk ver vandaan. Er zaten gasten bij die de kans met beide handen aangrepen. Goede jongens die meteen aan het trainen sloegen, altijd zin hadden, anderen hielpen en die kwamen dus ook vrij snel aan een baan.’ Sommige mensen kwamen de eerste keer met opgetrokken schouders en naar de grond kijkend binnen. Vier weken later kwamen diezelfde mensen binnen met de borst vooruit, en een brede glimlach op hun gezicht. ‘Als ik een werkgever was, zou ik niet twijfelen wie de voorkeur genoot’, zegt De Wolf.
De Wolf besefte ook heel goed dat het voor menigeen niet gemakkelijk was om letterlijk in beweging te komen. Veel mensen hadden al van alles geprobeerd om aan een baan te komen. ‘Maar het punt is: niks meer doen is geen optie! Want dan gaat er zeker niks gebeuren.’ Je moet altijd proberen om positief te blijven, daar moet je aan blijven werken, zegt hij.
John de Wolf had succes met zijn aanpak. Daar zal niet vreemd aan geweest zijn dat hij een geloofwaardig rolmodel was waar tegen op gekeken werd.
Rob Siekmann
Hardback | Nederlands | Lifestyle algemeen |