‘De Turkse AKP-regering van vrome moslims richt de blik almaar meer op het islamitische Midden-Oosten. Haar conservatieve moraal wint veld in de Turkse samenleving, maar ook bij de Turken in België, Nederland en elders in Europa’, zo schrijft Turkije-kenner Dirk Rochtus in Turkije – de terugkeer van de sultan. Rochtus is docent aan de KU Leuven en publiceert over internationale politiek, nationalisme, Duitsland en Turkije. In 2011 verscheen al Turbulent Turkije. Turkije – de terugkeer van de sultan is hier een grondige herwerking en actualisering van. Hierin onderzoekt Dirk Rochtus de ziel van Turkije en zijn nieuwe ‘sultan’ Erdogan.
Het boek heeft de actualiteit mee, zeker na de mislukte coup op Erdogan, de heftige reacties hierop en de straatacties van Turkse Vlamingen die bij ons plaatsvonden. Het toont de sterke hand van Erdogan en zijn aantrekkingskracht op zijn achterban. Er schuilt meer achter, zo bewijst dit boek. Rochtus gaat dieper in op de krachtlijnen van de geschiedenis, de ideologische fundamenten en het politieke leven van de republiek Turkije, kortom de meeste problemen die van Turkije zo een turbulent land maken komen aan bod. Naast de geschiedenis van de Osmaanse tijd en die van de republiek Turkije, komen ook culturele problemen en buitenlandpolitiek aan bod, met onder meer de EU-verhoudingen.
Vooral de figuur van Erdogan staat centraal, hij krijgt zelfs een eigen hoofdstuk, net als de mislukte staatsgreep in de nacht van 15 op 16 juli 2016. Erdogan is sinds 2014 president, daarvoor was hij sinds 2003 premier. Opmerkelijk is dat zijn partij, de in 2001 opgerichte AKP, al in november 2002 aan de macht kwam en een jaar na oprichting bij de verkiezingen maar liefst 34,43% behaalde. Alle belangrijke functies in staat en maatschappij bevinden zich nu in handen van de AKP. Onder zijn autoritaire bewind staan de pers- en meningsvrijheid zwaar onder druk en wordt de scheiding der machten aangetast.
Tegelijk zwengelde Erdogan de afgelopen jaren de economie aan en maakte van Turkije weer een machtige speler op het internationale forum, zoals tijdens het Osmaanse rijk. Daarom steunt meer dan de helft van de Turkse bevolking Erdogan door dik en dun. Onder de AKP bedroeg de gemiddelde groei maar liefst 8% per jaar. Maar wat met de bittere strijd tussen het Turkse leger en de Koerdische nationalisten van de PKK in het zuidoosten van Turkije? En in de rest van het land zaaien bommen van IS dood en terreur. Kan dit toeristen en investeerders ook niet afschrikken?
Rochtus verklaart vooral uitgebreid de behoefte van Turkije aan een sultan, een sterke leider vanuit de geschiedenis van het land dat zich een plaats heeft moeten veroveren in een vijandige wereld. President Erdogan gedraagt zich bovendien almaar meer en meer als een Osmaanse sultan die de goede relaties met Europa op het spel durft te zetten. Zo komt in dit boek ook de relatie van Turkije met de EU ter sprake, iets dat na de machtsgreep van de AKP als reactie op de mislukte coup weer gevoelig lag. Ook de Armeense genocide loert meer en meer om de hoek. Bovendien is in de Westerse wereld sinds 9/11 ook het wantrouwen tegenover de islam gestegen. Voor een land met ongeveer 80 miljoen inwoners, op een paar tienduizend na zijn het allemaal moslims, is een eventuele toetreding tot de EU dan al helemaal geen klusje om zo even te klaren.
In het zoeken naar een antwoord of Turks lidmaatschap wel een goede zaak is, streeft het boek objectiviteit in plaats van neutraliteit na. Zelf is Rochtus namelijk van mening dat deze zaak ondergeschikt is aan de kwesties van hoe het op binnenlands vlak met de democratie en de rechten van de burgers en de minderheden gesteld is en in hoeverre Turkije zich in zijn buitenlandse politiek als stabiliserende macht positioneert op de as Europa-Azië. ‘Eerder dan zich blind te staren op het EU-lidmaatschap zou Turkije zich van zijn ‘eigenaardigheid’ bewust moeten worden en zou het die krachtbron moeten gebruiken om de rol van een opbouwende en al zijn burgers democratie en veiligheid waarborgende macht in het Midden-Oosten op zich te nemen’, besluit Rochtus.