Gesprek met de Voetbalgeschiedenis. Dat is de naam van de rubriek die hier sinds 1 mei 2024 werd geopend. Of het nu gaat om Vlaamse, Belgische, Europese of ‘wereldse’ momenten…als ze het vertellen waard zijn, worden ze op het platform ‘Voetbal.Café’ gebracht en verschijnen ze vroeg of laat in boekvorm onder het label ‘Voetbalmuseum’. Of in gesproken versie in de podcastserie: ‘Gesprek met de Voetbalgeschiedenis vanuit het Voetbal.Cafe’.
Belangrijkste wedstrijd: Nederland-Brazilië 2-0, tweede ronde Weltmeisterschaft West-Duitsland, 3 juli 1974 met als inzet een finaleplaats
Johan Neeskens overleed onverwacht in Algerije, tijdens een dienstreis voor de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond KNVB. Tussen 1970 en 1979 gaf hij mee het ‘totaalvoetbal’ van Ajax en het Nederlands Elftal vorm. Telkens speelde de brekende middenvelder in dienst van Johan Cruijff, die hij ook naar Barça volgde. Johan Neeskens blonk uit tijdens de wereldbekers van 1974 en 1978, waar Oranje telkens zilver pakte.
Johan Neeskens. München, 7 juli 1974. Wereldbekerfinale West-Duitsland-Nederland, eerste minuut. Strafschop voor Oranje. Johan Neeskens opent zijn boek Neeksens met dit memorabele moment: ‘De herinneringen aan mijn eerste wedstrijden als opdondertje bij RCH, en aan mijn grootvader die altijd langs de kant stond, trokken als beelden uit een caleidoscoop voorbij aan mij voorbij. Als deze erin gaat, worden we wereldkampioen, dacht ik. In de groepswedstrijd tegen Bulgarije had ik drie keer een penalty onhoudbaar in de rechterhoek geschoten. Ik koos in gedachten opnieuw deze hoek. Omdat Franz Beckenbauer tegen doelman Sepp Maier riep rechts von dir, besloot Neeskens in een fractie van een seconde naar links te trappen. Dat mislukte: ‘Ik kreeg de bal slecht op mijn schoen en hij ging recht door het midden op Maier af. Die had gelukkig de aanwijzing van Beckenbauer opgevolgd.’ Nederland leidde meteen, maar verloor met 2-1. Neeskens begreep nooit waarom. Hij debuteerde op zijn vijftiende in het eerste elftal van RHC, de voetbaltrots van zijn geboorteplaats Heemstede. Acht jaar later domineerde hij het wereldkampioenschap met het beste Nederlandse elftal uit de geschiedenis. Oranje was gebouwd rond de kern van de Europacupwinnaars Ajax (Johan Cruijff, Ruud Krol, Arie Haan, Johnny Rep en Johan Neeskens) en Feyenoord (Willem van Hanegem, Wim Jansen, Wim Rijsbergen), aangevuld met ‘vliegende keeper’ Jan Jongbloed en ‘slangenmens’ Rob Rensenbrink.
Generaal Rinus Michels leidde de operaties. Oranje bracht het spannendste voetbal van het toernooi. Neeskens – bijgenaamd Johan Twee – trad tijdens het WK volledig uit de schaduw van zijn leermeester Cruijff. In de beklemmende wedstrijd tegen titelhouder Brazilië, bepalend voor de finale, toonde hij het totaalvoetbal tot in de finesse. Van Hanegem was de meester van de vertraging, Neeskens de regisseur van de versnelling. Cruijff, Rensenbrink en Krol verzorgden de virtuositeit en de voetbalverbeelding. Neeskens stond borg voor explosiviteit en hamerde de creativiteit uit het spel van de tegenpartij. Met krachtig, maar kundig beulswerk op het middenveld. De meedogenloze jacht op de bal en de vlijmscherpe sliding-tackle. Tot op het bot. Slopende slidings. De frêle Nees (1 meter 73, 68 kilo) brak karakteristiek de partij tegen Brazilië open. Na vijftig minuten lanceerde Van Hanegem met een diepe bal Cruijff op rechts. Diens voorzet was iets te ver voor Neeskens. Zo leek het althans. Met zijn typische sliding kon hij nog net bij de bal en wipte hem met een boogje over keeper Leao in het doel. De buiten zinnen zijnde libero Luis Pereira schopte hem, nadat Cruijff 2-0 had gemaakt, keihard onderuit en kreeg rood. Hij moest zich laten vervangen, maar herstelde op tijd voor de finale en verlegde zijn pijndrempel. ‘De pijngrens van Neeskens laat zijn niet vaststellen’, schreef Ed van Opzeeland in 25 jaar Europa Cup I: ‘Natuurlijk weet ik wat pijn is’, zei Neeskens, die bleef gaan tot hij braakte. ‘Maar ik weet het ook te verbergen. De risico’s van mijn bestaan. Het hoort erbij.’
Die pijn werd de rode draad door het latere leven van Neeskens. Hij kende eerst een stormachtige succesperiode bij Ajax, dat met hem zijn internationale horizon verschoof. Tussen de zomer van 1970 en de winter van 1973 won Neeskens alles: twee landstitels, twee KNVB-bekers, drie keer op rij de Europa Cup der Landskampioenen (tegen Panathinaikos, Internazionale en Juventus), twee Europese Super Cups (Glasgow Rangers, AC Milan) en één wereldbeker (Independiente). De topclubs Celtic, Atletico en Real Madrid, Arsenal, Benfica en Bayern München werden genadeloos afgepoeierd met het voetbal van de nieuwe tijd. De oude Sjaak Swart leidde de piepjonge Johan Neeskens door de jungle van het profbestaan. Na het WK 1974 trok hij Cruijff en Michels achterna naar Barcelona. Johan Segundo hunkerde naar de erkenning van Camp Nou, maar legde het aanvankelijk af tegen de Peruaanse prijsschutter Hugo Sotil. Zijn Spaanse erelijst beperkte zich tot de Copa del Rey van 1978. Een jaar later nam hij afscheid met de Europa Cup der Bekerwinnaars. Na de 4-3 zege op Fortuna Düsseldorf reisde het team meteen door naar Camp Nou. ‘Daar scandeerden 85.000 fans mijn naam. Na afloop bleef ik een kwartier in mijn eentje zitten janken in de kleedkamer.’
Op zijn 28 ste verscheepte hij naar New York Cosmos in de Amerikaanse showcompetitie. Een bitter conflict met coach Hennes Weisweiler vernietigde zijn loopbaan op het hoogste niveau. Hij raakte even aan lager wal, maar leefde op in de Zwitserse Alpen. De rusteloze strijder, die ook nog WK-zilver won op de Mundial 1978 in Argentinië, hervond er zijn sportief én relationeel evenwicht. Johan Neeskens.
111 legendarische voetbalhelden sinds 1920 | Raf Willems
Paperback / softback | Nederlands | Sport en spel algemeen111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920Honderd voetballers. Tien keepers. Eén uitzonderlijk fenomeen (Diego Maradona). Wie zijn die honderd beste spelers uit de geschiedenis van het wereldvoetbal. Die tien keepers? Dat uitzonderlijke fenomeen? [lees verder...]
Verkrijgbaar bij de auteur