Gesprek met de Voetbalgeschiedenis. Dat is de naam van de rubriek die hier sinds 1 mei 2024 werd geopend. Of het nu gaat om Vlaamse, Belgische, Europese of ‘wereldse’ momenten…als ze het vertellen waard zijn, worden ze op het platform ‘Voetbal.Café’ gebracht en verschijnen ze vroeg of laat in boekvorm onder het label ‘Voetbalmuseum’. Of in gesproken versie in de podcastserie: Gesprek met de Voetbalgeschiedenis vanuit het Voetbal.Cafe.
In de voorbije halve eeuw werden zestien Europese Kampioenschappen georganiseerd. Het begon met Frankrijk 1960 en eindigde met Europa 2021.
Telkens stonden spelers op die het toernooi naar hun hand zetten, een onvergetelijke indruk nalieten of op beslissende momenten faalden. En als helden of antihelden de geschiedenis ingingen. Lees op Voetbal.Cafe deze serie: Van Lev Yashin tot Kevin De Bruyne, helden en antihelden van het EK 1960-2021.
Aflevering 11: EK 2000 BELGIE & NEDERLAND
ZINEDINE ZIDANE – ZIZOU PRESIDENT, LE ROI MODESTE
Finale: Frankrijk – Italië 2-1, Stadion De Kuip Rotterdam, 2 juli 2000
Voor het eerst organiseren twee landen het EK: België en Nederland spelen hun oude staatskundige verwantschap uit en slepen de organisatie binnen. Buurland én wereldkampioen Frankrijk gaat met de pluimen lopen. Les Centres de Formations: vanuit de principes methodiek, saamhorigheid, gemeenschapszin. De collectieve stijl boven de extravagantie bij Les Bleus. Met als boegbeeld van de vernieuwde Franse filosofie: de introverte Zinédine Zidane.
Zinédine Zidane. Men herinnert zich Zinédine Zidane (1972) na zijn fatale
kopstoot in de wereldbekerfinale van 2006. Zijn funeste laatste daad op het voetbalveld. Ook tijdens het WK van 1998 liet hij zich een domme rode kaart aansmeren tegen Saudi-Arabië: ‘omdat ik een binnenvetter ben. Ik spreek mijn problemen zelden uit. Af en toe gebeurt het dat ik een onverklaarbare beweging maak.’ Nochtans betekent Zinédine volgens de overlevering in de Berberse traditie schoonheid. Zidane pleegde de zin voor esthetiek af te wisselen met bizarre oncontroleerbaarheid. Tegenover de prachtige rondo – compleet om de as draaiend, met bal toch klevend aan de voet – stond de woedende uithaal. Waarop de sjokkende niet begrijpende aftocht volgde.
De jonge Zizou baande zich met dribbels een weg door zijn met veertien nationaliteiten bevolkte buurt in Marseille, waar gezelligheid, werkloosheid en vechtpartijen een onverbrekelijk verbond vormden. Hij leerde leven in de ruwe wijk, die hij nooit de rug zal toekeren en later van financiële steun zou voorzien.
Hij stak met zijn uitzonderlijke techniek boven de andere straatvoetballertjes uit.
Zijn eerste coach lokte hem naar jet jeugdploegje van Septèmes-les-Vallons. Hij schaafde zijn zwakheden bij – koppen, startsnelheid en uithoudingsvermogen – en tipte hem voor het opleidingsinstituut van Aix-en-Provence. Luis Fernandez – van het befaamde Franse middenveld dat in 1984 Europees kampioen werd – ontdekte hem en haalde hem naar AC Cannes. Hij ontwikkelde zich als een tweede vaderfiguur voor de gevoelige puber, die zijn familie en zijn vrienden miste en moeizaam zijn weg vond in de mondaine badplaats. Een maand voor zijn zeventiende verjaardag debuteerde hij al in de hoogste divisie. Dankzij zijn bevliegingen dwong Cannes in 1991 voor het eerst Europees voetbal af. Eén seizoen later zwaaide Girondins de Bordeaux met de beste papieren. Hij vertoefde vier jaar in de wijnstad. Prijzen won hij er niet. Wel stuurde hij de club en zichzelf naar hun eerste Europese finale, om de UEFA Cup. Bayern München troefde de voor de top nog te groene Zidane twee keer af. Zizou, zo gedoopt door Bordeauxcoach Courbis, verwierf wel een vaste plaats in L’Equipe de France. Met technisch volmaakt catenaccio drong Frankrijk door tot de halve finale van het EK 1996 in Engeland. De bloedeloze 0-0 tegen zowel Nederland als Tsjechië – winst én verlies na strafschoppen – legden de mankementen van les Bleus bloot. De ritmeversnelling ontbrak. Hij miste op dat moment de voor de absolute top noodzakelijke tempowisseling.
Die leerde hij pas toen hij in de zomer van 1996 voor Juventus koos, op dat ogenblik het sterkste clubteam van Europa. Hij bloeide in Italië open en toonde zich de baas over het Calcio van 1996 tot 1998. In opeenvolgende finales van de Champions League (1997, 1998) kon Zidane het gewicht van de druk niet torsen. Hij overwon wèl de spanning op het WK van 1998 waar zijn bliksemende kopballen Brazilië uittelden en op het EK van 2000 waar de Franse Bleus met wetenschappelijke precisie toesloegen en hun moment van de waarheid zelf leken te bepalen. Zidane voetbalde met een zelden geziene graad van volwassenheid. De tempowissel werd zijn handelsmerk. De logische toptransfer naar Real Madrid voltooide zijn loopbaan. Met de witte galactico’s – Raul, Roberto Carlos, Figo en later ook de Braziliaan Ronaldo en Beckham – zou hij de hemel bestormen. Real stak de loftrompet over zichzelf af: een vijfjarige heerschappij over Europa! Hoogmoed kwam voor de val. Het succes stokte na één Spaanse titel (2001) en één Champions League (2002), tegen Bayer Leverkusen. Met die fantastische volley van Zidane. Hét voetbalmoment van de prille eeuw, tot aan de fatale kopstoot van de Ballon d’Or tijdens de WK-finale van 2006. Daar zag de wereld de twee gedaanten van Zidane in één wedstrijd: eerste trapte hij onverstoorbaar ‘Panenkiaans’ een penalty binnen. Nadien verloor hij zijn zelfbeheersing en deelde hij de ellendige Marco Materazzi een slag met het hoofd uit tijdens de extra-times. Italië won na strafschoppen. Zidane droop af.
Nochtans keek hij uit naar zijn laatste grote toernooi. De vedette van Real Madrid vervoegde in 2005 opnieuw zijn blauwe Frankrijk nadat ‘een stem als vanuit een droom mij opriep’. Hij ontrafelde meteen het goddelijke mysterie: het was zijn broer geweest! Ondanks zijn liefde voor het nationale elftal is Algerije toch alom aanwezig in zijn gedachten, verklaarde hij in die tijd. Zowel in Frankrijk, in Le Quartier Nord van La Castellane waar hij zijn jeugd doorbracht, als in de geboortestreek van zijn ouders in het moederland. Zidane kreeg de krop in de keep nadat hij Les Bleus in 1998 naar het wereldgoud had gekopt. Hij dacht aan het verhaal van zijn vader Smaïl, die in de asgrauwe buurten achter het Stade de France op zijn zeventiende hachelijke momenten beleefde: ‘C’est l’hiver 1953. Les nuits sont froides.’ Na zijn overtocht vocht hij maanden tegen de eenzaamheid in een klammig kamertje, zonder verwarming of ramen.
Als jongen met een donkere huid ervoer hij het dagelijkse racisme in Frankrijk aan den lijve. In zijn vaderland woedde de ‘koloniale’ oorlog tussen Frankrijk en Algerije. Die kostte het leven aan 25.000 Franse soldaten en een miljoen Algerijnse burgers. Na de onafhankelijkheid in 1962 kreeg dit een droevige betekenis in Algerije: het land der één miljoen martelaren.
In 1963 verhuisde Smaïl naar Marseille waar hij bij zijn land- en lotgenote Malika het geluk vond. De familiale intimiteit van het gezin Zidane bood een beschermend pantser tegen de harde wetten van de straat.
Smaïl was een zoon van de kustbergstrook ‘Petit Kabylie’, het hart van het Berberland. In de krant L’Humanité toonde hij zijn gevoeligste kant: ‘In de winter duurde het twee uur we via de bergwegeltjes op school waren. In de zomer zwoegde ik van 5 tot 22 uur op het aardappelveld. Ik ervaar mijn stap naar Frankrijk als een vrijwillige ballingschap. Geen droom of vrije keuze maar een noodzaak.’ De Zidanes bleven een sterke band onderhouden met hun geboortestreek. La Petite Kabylie geniet bekendheid om zijn strijd tegen zowel het dictatoriale regime als tegen het geweld van de moslimfundamentalisten. De campagne voor democratie en burgerrechten ‘Citoyen & Démocratique’ eiste ook respect voor de Berberse identiteit en een aan het Arabisch gelijkwaardig statuut van de taal. Tijdens protestmarsen en sit-ins rond de eeuwwisseling droegen duizenden demonstranten foto’s van Zidane en borden met de slogan ‘Zidane nous fait rêver!’ Het hielp niet! In april 2001 sloegen de Algerijnse veiligheidsdiensten de vreedzame beweging, van voornamelijk universiteitsstudenten, stuk: 108 doden en ontelbare gewonden. De familie Zidane reageerde geschokt. Zizou is een man van waarden: ‘travail, sérieux, respect’. Zijn twee doelpunten tegen Brazilië in de finale van La Coupe du Monde evolueerden tot een onderdeel van het nationale culturele erfgoed: een zoon van een Algerijn, die Frankrijk tot wereldkampioen kroonde. Men ervoer het als een politiek statement.
In tegenstelling tot de verbale zwarte swing van zijn collega’s Desailly, Thuram en Henry toonde Zidane zich een man zonder woorden. Le Roi Modeste is de sprekende titel van één van zijn biografieën. Zidane zette de filosofie achter Les Bleus Multicolores wèl in daden om. Hij riep mee op om bij de presidentsverkiezingen van 2002 het Front Nationale van Jean-Marie Le Pen een electorale draai om de oren te geven, toonde zich het voetballende gelaat van de Act Against Poverty van de Verenigde Naties maar leverde vooral met welgemikte oneliners stof tot bezinning: ‘Als migrantenkind moet je dubbel presteren, want je blijft een vreemdeling.’ De Algerijns-Franse komiek Jamel Debouzze omschreef in L’Equipe Magazine 100% Zidane zijn boezemvriend als het hart van Frankrijk: ‘La France, dat zijn ook migrantenkinderen zoals hij. Met Les Bleus Multicolores heeft hij de Franse agenda bepaald. Als ‘jongen van de Maghreb’. Hij gaf ons een positief imago. Hij kweekte bovendien een nieuwe voetbalstijl. Hij beroerde de bal zoals niemand dat kan. In de jaren vijftig voltooide Kopa het samenleven met de Polen. In de jaren tachtig deed Platini hetzelfde met de Italianen. Vandaag zal Zidane dat doen met de Maghrebijnen. De grote migratiegolven worden zo gesymboliseerd door de drie beste voetballers uit de Franse geschiedenis. Zidane, c’est un amour du ballon different.’
‘Een zaak is zeker: het nationale team van Frankrijk is het beste wat me ooit is overkomen. Ik zal nooit twijfelen bij een selectie. Met deze oneliner opent het boek Maître du jeu over hem. Het is een avontuurlijk overzicht van alle levensaspecten van de beste voetballer tussen 1997 en 2006. In Duitsland werd hij genoemd als ‘der mit dem Ball tanzt’. Pelé beschreef hem als één van de vijf beste voetballers aller tijden. Het boek vertrekt met een beeld van een veldje in La Castellane, waar de kleine Zidane zijn eerste voetbalpasjes zette. Het eindigt met een foto van een kalende, omkijkende numéro dix met het blauwe shirt ‘verfrommeld’ uit de broek: de meester van het spel kijkt terug op het verleden en zag dat het goed was. Hij vertelt hoe zijn leven veranderde tijdens de wereldbeker in eigen land: ‘Ma vie a completement changé depuis la Coupe du Monde 1998.’ Op de Arc de Triomphe verschenen zijn naam én gezicht op de avond van de gewonnen finale in een metershoge projectie. Zeshonderdduizend mensen scandeerden op de Champs Elysées de dag na de overwinning: Zizou Président! Zinédine Zidane.
111 legendarische voetbalhelden sinds 1920 | Raf Willems
Paperback / softback | Nederlands | Sport en spel algemeen111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920Honderd voetballers. Tien keepers. Eén uitzonderlijk fenomeen (Diego Maradona). Wie zijn die honderd beste spelers uit de geschiedenis van het wereldvoetbal. Die tien keepers? Dat uitzonderlijke fenomeen? [lees verder...]
Verkrijgbaar bij de auteur