Een belgicisme dat de kop heeft opgestoken in ‘meer vooruitstrevende Vlaamse kringen (cultuur en media)’ voor wie het Vlaams-nationalisme achterhaald zou zijn door de globalisering (p. 150). Mochten ze zijn boek lezen, zouden ze weer herinnerd worden aan de ‘vaderlandse geschiedenis’ waardoor als een rode draad het geloof loopt dat de Franse taal het ’teken van burgerschap’ bij uitstek is (p. 12). Wat progressieve Vlamingen als een verrijking beschouwen – het samenleven van twee taalgemeenschappen – is volgens de analyse van de auteur iets waarin de Franstaligen nooit zullen kunnen berusten. Het beste bewijs daarvan is Brussel, waar ze terugpakten ‘wat ze in het Vlaamse gewest verloren.’ (p. 12). Van samenleving is in feite weinig sprake. Twee verschillende volken onder één Belgisch etiket willen verstoppen noemt de auteur de ‘weeffout’ van België. De verschillende staatshervormingen konden tot niets anders leiden dan een ‘gesplitste samenleving’ (p. 158). Toch ziet de auteur België nog niet zo gauw verdwijnen. Brussel, een ‘staat binnen de staat'(p. 180), blijft het grote struikelblok.
Paperback / softback | Nederlands | Geschiedenis algemeen |