Lidewey van Noord en Marijn de Vries schreven ‘Hij staat! – Verhalen uit het turnleven van Hans van Zetten’. Toen Epke Zonderland zijn gouden oefening had voltooid op de Olympische Spelen in London, riep turncommentator Hans van Zetten: ‘Hij staat! Ik sta! Ik ga helemaal uit mijn dak!’ Zo onnavolgbaar als Zonderland aan de rekstok was, zo onnavolgbaar knap wist Van Zetten voor de kijkers te beschrijven wat hij deed. Al was dat voor de outsider moeilijk te volgen.
John Volkers schreef ‘Epke – Van top tot teen’, de biografie van Zonderland. Het is ook een boek over het blessureleed, waarmee hij vooral aan het eind van zijn loopbaan werd geconfronteerd. Zonderland was toen ook een arts in opleiding. Hij wilde sportarts worden. Dat maakt het boek extra bijzonder, want Zonderland gaat gedetailleerd in op zijn blessures en de behandeling ervan – met kennis van zaken. Ik ben geen turnkenner en op medisch gebied heb ik geen specifieke kennis. Daarom vind ik ‘Epke’ een moeilijk boek voor de leek, maar het is goed dat de zaken er niet in versimpeld worden, want het dwingt je tot nauwkeurig lezen en nadenken. Een boek dat past bij het niveau van Zonderland.
Wat doe ik zelf? Als ik bij het hardlopen last van blessures meen te hebben, ga ik altijd eerst bij mezelf te rade. Luisteren naar mijn eigen lichaam! Keert een oude blessure terug, meldt die zich weer, door overbelasting? Dan weet ik dat ik langzaam weer moet gaan opstarten, en dat het dan goed komt. Want zo voelt het ook aan. Kuitblessures bijvoorbeeld kunnen zo vanzelf weer herstellen. Niet forceren, maar verkennen. Je denkt op een gegeven moment weer aan een prestatieloop te kunnen meedoen. Na 2 van de 5 km moet je echter uitstappen. Een week later stap je uit na 4 km om tenslotte de 5 km weer volledig te kunnen uitlopen.
Rob Siekmann
Paperback / softback | Nederlands | Sportbiografieën |