– Doelen: twee paar jassen
– Bal: oude, afgetrapte leren bal
– ‘Poten’ (‘laatste hele’) om de teams te kiezen
– ‘Vliegende keep’
– schoeisel: alles is mogelijk
– kleding is vrij
– geen scheidsrechter
– ‘drie corners pienantie’
– bal achter: verdedigende partij neemt meteen achterbal en voetbalt door
– bal uit aan zijkanten: wie hem het eerst heeft, voetbalt ermee door het veld in (dus géén inworp)
– geen aftrap na doelpunten, maar meteen achterbal nemen en doorvoetballen
– wél beginaftrap door partij die poten heeft verloren
– geen vrije trappen, alleen na handsbal: bal gaat naar tegenpartij en meteen doorvoetballen
– doel is 3 meter breed (‘vliegende keep’)
– scoren alleen over de grond, tussen de jassen
– strafschop (behalve bij ‘drie corners pienantie’): alleen in geval van opzettelijk hands in eigen doelmond; vanaf 3 meter (afmeten in stappen door schutter)
Rob Siekmann
Hardback | Nederlands | Sport en spel algemeen |