Hardlopen in wedstrijden is tactiek. Wanneer ik een trainingsloopje doe, ben ik dat gaan vervangen door het oprapen van lege blikjes, sigarettenpakjes en dergelijke die door voorbijgangers en fietsers achteloos zijn weggegooid na gebruik. Waarom raap ik ze op? Omdat het me stoort, ik wil in een schone omgeving hardlopen. Je krijgt dan soms complimenten van medeburgers en dat stimuleert me om ermee door te gaan. Ik heb ook wel eens van een mevrouw een bloemetje gekregen. Ik leg ze dan uit dat ik het ook doe omdat bukken gezond is. En het varieert de training, maakt die interessanter want je weet nooit wat er op je pad komt. Het wordt een soort intervaltraining. De sigarettenpakjes bevatten zoals bekend allerlei waarschuwingen dat roken ongezond is. Tegenwoordig kom ik ze ook tegen in buitenlandse talen zoals het Bulgaars (in cyrillische letters) en Pools. Europeanisering. De blikjes zijn vaak van Red Bull.
Maar terugkomend op lopen-in-wedstrijden en tactiek. Je kunt natuurlijk gewoon voor jezelf een 5 of 10 km lopen, zonder op je omgeving te letten. Zonder blikken of blozen. Ik ben echter geneigd de omgeving van medelopers te zien als een mogelijkheid om harder te lopen. En dan is er ook nog de fysieke omgeving, want het komt voor dat een ander bij een bocht niet de binnenkant kiest, maar een gaatje laat vallen zodat je binnendoor kunt.
Ik geef twee andere voorbeelden van tactiek. Een loper achter je komt naast je, denkt je te passeren. Als je op dat moment zelf versnelt en hem afschudt, is er even een tempoverhoging. Ik heb het meegemaakt dat een jongere loper dat met korte tussenpozen wel vijf keer probeerde. Dat was zichtbaar in mijn eindtijd. De jongere loper dacht toen dat hij niet sneller was dan ik maar als hij meteen bij de eerste keer had doorgetrokken, had ik zeker moeten lossen, want ik liep me bijna te forceren.
Een ander voorbeeld van tempoverhoging doet zich voor bij het finishen. Als je dan zelf in tweede positie bent blijven lopen, is je voorganger het richtpunt. Met een richtpunt is je eindsprint sneller dan wanneer je in het luchtledige, in je eentje sprint. De voorganger wordt verrast, want ziet je letterlijk niet aankomen. Echter, jongere lopers reageren soms onmiddellijk, en als je zelf dan geen ’tweede adem’ hebt, redt je het niet. Je wordt geklopt!
In ‘Asfalt, zand & stenen’ zijn de complete hardloopverhalen van Abdelkader Benali verzameld. Ze zijn van literair formaat.
Rob Siekmann
Paperback / softback | Nederlands | Sport en spel algemeen |