‘Buonaparte ziet het allemaal gebeuren vanuit een huis aan de overkant van de straat. Na afloop betreedt hij het park. Hij ziet de lijken op een hoop liggen. Ze worden in brand gestoken. “De gewonden werden afgemaakt”, vertelt hij later, “ze doodden de twee Zwitserse dokters die hen verzorgden. Ik heb mooi uitgedoste dames zich zien overgeven aan de grootste onwelvoeglijkheden op de lijken van de Zwitserse Garde. Ze verminkten de dode soldaten en staken hun bloedende geslachtsdelen in de lucht. Vuig uitschot!”’
Bart Van Loo pent de beschrijving van de bloederige tiende augustus van het jaar 1792 in zijn wervelende boek over Napoleon. Ik moet eerlijk bekennen dat de bladzijden over de Franse Revolutie eerder een weerzin opwekken voor dit zo belangrijke moment voor onze moderne tijden. De afgehakte hoofden in de handen van een uitzinnige massa doen eerder denken aan de trieste scènes die het Midden-Oosten vandaag teisteren. Het fundamentalisme van het eigen gelijk was en is gruwelijk. De Corsicaan had in 1792 nog niet het flauwe benul van wat hij worden zou, maar zijn medelijden voor de immer twijfelende Lodewijk XVI bepaalde, aldus Van Loo, zijn latere handelen.
Is het boek van Bart Van Loo een meerwaarde in de lange rij biografieën over Napoleon? Het is alvast een van de meest menselijke benaderingen van dit Franse fenomeen. Want, dat kun je besluiten na het lezen van Napoleon – De schaduw van de Revolutie, Bonaparte was een fenomeen. Hoe kun je anders een man beschrijven die als vluchteling op de roodgedrenkte ladders van de Revolutie opklimt tot de alleenheerser van de machtigste natie op het Europese continent, een armoezaaier die trouwt met een dochter van één van de oudste heersersgeslachten van Europa, een banneling die met een fikse steekvlam een heel werelddeel doet sidderen tijdens 100 dagen van herwonnen glorie, een afgezette dictator die in bitterheid van zijn verstoting erin slaagt het beeld dat de wereld over hem heeft te beïnvloeden opdat hij de onvergetelijkheid ingaat.
Bart Van Loo is geen blinde bewonderaar. Hij benadert het fenomeen kritisch en gebruikt daarbij de schrijver François René de Chateaubriand als zijn gids. Chateaubriand bewonderde Napoleon, maar vereerde hem niet. Hij vond hem niet meer of niet minder een regelrechte dictator. De 19de eeuwse schrijver was een royalist, maar erkende de verworvenheden van de Revolutie. In het legendarische Mémoires d’outre-tombe vergelijkt de aristocraat Napoleon met George Washington: ‘Washington en Bonaparte komen voort uit de schoot der democratie: beide waren zonen van de vrijheid, de eerste bleef haar trouw, de tweede heeft haar verraden.’ Dat ‘verraad’ wordt in Van Loos boek op een klare en vooral een boeiende manier uiteengezet. De slotzin van dit werk is een passend citaat van de kleine keizer: ‘Elke dag verdampt de herinnering aan mijn tirannie een beetje meer’.
Kortom, Bart Van Loo schreef gewoon een goed boek doorspekt met een brede kennis van Frankrijk en zijn grote literaire, culturele erfenis. Het verveelt geen moment en het is moeilijk aan de kant te leggen. Napoleon, ‘de krachtigste adem die menselijke klei ooit bezielde’ volgens Chateaubriand, was een uitstekende muze voor deze vertelgrage schrijver.
Hardback | Nederlands | Geschiedenis algemeen |