Jan van den Berghe is een even eloquent schrijver als spreker. Met zijn liefde voor onder het stof geraakte woordenschat neemt hij de lezer mee in de boeiende geschiedenis van een aristocratische familie. Bij de aanvang van de 19e eeuw slechts waren de Coburgers slechts tweederangs nobelen, maar bij het einde van die eeuw plantte het geslacht letterlijk zijn zaad in de schoot van de machtigste vorstenhuizen van Europa.
Tsaar van Bulgarije
Het boek leest vlot en is deels chronologisch en deels thematisch opgebouwd. De Coburgs zijn alvast een bonte familie, maar daar moet ik niemand van overtuigen. Ik pik er een voorbeeldje uit.
De dictatoriale Bulgaarse tsaar Ferdinand is een opvallend en misschien ook wel typisch adept van het Duitse geslacht. De man werd een ‘demon met een neus als een kathedraal’ genoemd en hij bezat enorm veel politiek talent. Het grafschrift dat hij voor zijn Franse moeder koos, dochter van de afgezette burgerkoning Lodewijk Filips van Orléans, typeert de monarchale humor: ‘Dochter van een koning, zelf geen koningin meer, maar moeder van een koning’. Daarnaast bezat hij, alweer typisch, een bijzonder seksleven en gedroeg hij zich, ook wel typisch, bijzonder excentriek wat zich uitte in een dolgedraaide fascinatie voor treinen, satanisme en een bijzondere angst voor zwarte katten. Net als zijn Belgische neef Leopold II droomde hij over de uitbouw van een enorm rijk, in zijn geval een Bulgaars-Bijzantijns. Bulgarije was succesvol in de eerste Balkanoorlog (1912) en kwam zo dicht bij de imperiale droom, maar het verloor al zijn pluimen in de tweede gelijknamige oorlog (1913). In 1915 koos hij voor de verkeerde neef, Wilhelm II van Duitsland, waarmee hij zijn ondergang tekende. De overwinnaars van de oorlog wilden van Ferdinand niet meer weten en die moest abdiceren ten voordele van zijn zoon Boris. Toen een van zijn tuinmannen de ex-koning zijn spijt wilde betuigen over de terugtreding, propte hij een peer in de man zijn mond nog voor die zijn woorden kon afmaken. Ferdinand zou de rest van zijn dagen slijten in de thuisstal Coburg en hij overleed gedesillusioneerd in 1948. Boris stierf mysterieus in 1943 kort nadat hij Adolf Hitler had bezocht. De laatste Bulgaarse tsaar, de negenjarige Simeon, werd in 1946 afgezet en zijn oom en regent Cyril werd voor een communistisch vuurpeloton geplaatst.
Potentaat van Kongo
Van den Berghe schetst van elke telg een klaar beeld. Leopold II wordt bijvoorbeeld in slechts 30 blz. bijzonder volledig toegelicht en ook al ben je als lezer nogal vertrouwd met de figuur, toch kan de auteur je verrassen door vergeten anekdotes op te vissen. Leopold II was misschien niet de sympathiekste koning der Belgen, hij was verdorie toch de meest gewiekste. Onder de neus van de Fransen, de Duitsers en de Britten en zonder de steun van de Belgische regering lijfde de bebaarde reus een land in dat tachtig keer zo groot was als zijn koninkrijk. De weerzin van de Belgen en hun onwil om ook maar één cent in zijn onderneming te stoppen, beschouwde hij als een grote ondankbaarheid. Leopold gedroeg zich in Kongo als een potentaat – die in de derde persoon over zichzelf sprak – met de bekende gevolgen. In eigen land kocht hij politici om, financierde hij kranten om zijn voordeel te schrijven, voorzag hij lastercampagnes tegen opponenten – zoals priester Adolf Daens – van grof geld en betaalde hij zelfs smeergeld aan Amerikaanse volksvertegenwoordigers om het Amerikaanse beleid tegenover zijn Kongo te beïnvloeden. Internationaal werd hij gehaat waarvan het pamflet ‘The crimes of the Congo’ – van niemand minder dan de geestelijke vader van Sherlock Holmes, Arthur Conan Doyle – en de polemieken van Mark Twain toonbeelden zijn. Daarnaast beschrijft Jan Van den Berghe de amoureuze escapades van ‘le roi des Belles et des Belges’ in geuren en kleuren.
Succesvolle fokkerij verliest de race
Het boek is een aanrader voor liefhebbers van koningshuizen, maar meer nog voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de 19e eeuw. De levens van de talrijke telgen uit het huis van stamvader Frans Frederik van Saksen-Coburg-Saalfeld zijn verweven met de politieke historie van de Duitse staten, België, Portugal, Brazilië, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije, Rusland, Zweden, Griekenland, Joegoslavië, Spanje, Noorwegen, Italië, Denemarken, Luxemburg, Frankrijk en Mexico. ‘De Coburgs zijn de stoeterij van Europa’, het zijn Otto von Bismarcks woorden.
Deze eerste internationale was er één van aristocratische oorsprong, maar het jaar 1914 bewees het uiteindelijke falen van de uithuwelijkingspolitiek waarvan de Britse vorstin Victoria en de Belgische koning Leopold I de motoren waren. ‘Zij leefden nog alsof de kalender niet 1914 maar 1814 aanwees’ schreef een aristocratische diplomaat over de vorstenhuizen. Vandaag zetelen alleen nog de Belgische en de Britse tak op hun troon.
Hardback | Nederlands | Geschiedenis algemeen |