In De armoede van economische gelijkheid laat de Amerikaanse econoom George Reisman zien dat in debatten over economische ongelijkheid een onjuiste definitie van kapitaal gebruikt wordt. Kapitaal kan net bijdragen aan de verkleining van economische ongelijkheid, meent Reisman. Hij is professor emeritus in economie aan Pepperdine University en auteur van onder meer Capitalism: A Treatise on Economics, een magnus opus dat ontstond uit zijn proefschrift over kapitaal en winst.
Een Nederlandse vertaling van De armoede van economische gelijkheid werd al in 2014 gepubliceerd. In de nieuwe editie zijn voor een betere leesbaarheid nog enkele wijzigingen gedaan. De vertalers wilden met dit boek een breed publiek bereiken. Dat deden ze met onder meer de talrijke voetnoten om lezers met een gematigde kennis van economie meer toelichting te geven.
Reismans boek is een antwoord op Thomas Piketty’s bekende publicatie Kapitaal in de 21ste eeuw dat de vertalers graag wilden vertalen naar het Nederlands. ‘Het valt op dat de kritieken op Piketty de kern van zijn werk dikwijls niet raken’, schrijven ze in het voorwoord. Veel kritiek blijft namelijk beperkt tot de data die Piketty gebruikt. Daarom schreef Reisman een essay over de rol van kapitaal en sparen in de economie, het verband tussen lonen en winsten en de theoretische fouten die Piketty omtrent deze thema’s maakt.
In deel 1 van dit boek geeft Reisman kritiek op Piketty. Een van de verwijten van Reisman naar Piketty is dat hij oproept tot vernietigende beleidsmaatregelen omdat hij binnen zijn economische theorie enkele verkeerde aannames hanteert. De leidende figuur in zijn intellectuele ontwikkeling is Karl Marx. Mises en Böhm-Bawerk en Ricardo ontbreken, merkt Reisman op. ‘Als gevolg daarvan heeft Piketty weinig begrepen van de rol die kapitaal in de productie speelt en heeft hij een ontoereikend begrip van de theorie achter winsten, sparen en investeren.’ Reisman biedt daarop een alternatieve verklaring van kapitaal, winst en economische groei.
In deel 2 gaat Reisman vervolgens verder met een ethische verdediging van economische ongelijkheid. Reisman bewandelt dus zowel het wetenschappelijke (deel 1) als het subjectieve pad (deel 2). De econoom gebruikt overigens een stevige lading retoriek. ‘Voor de Nederlandse lezer gaat Reismans polemische taalgebruik uit deel 2 waarschijnlijk te ver’, waarschuwen de vertalers, die het niettemin eens zijn met Reismans pleidooi voor minder nivellering.
Reismans besluit is ten slotte een sneer naar Piketty. ‘Wanneer Piketty’s aanbevolen beleidsmaatregelen (meer egalitarisme) uitgevoerd zouden worden, zijn de consequenties even desastreus als het gebrek van Piketty’s kennis voor deugdelijke economische theorie. De populariteit van zijn boek is een maatstaf voor de economische onwetendheid van onze tijd.’
Paperback / softback | Nederlands | Praktische filosofie |