Griffo (Antwerpen, 1949) begon na zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen meteen strips te tekenen. Eerst voor het undergroundblad ‘Spruit’, maar ook voor Nimo, Extra en Humo. In 1975 stapt hij naar het stripblad Kuifje waar hij ‘Ton en Tineke’ overneemt van André Franquin. Maar een humoristische tekenstijl is niet zijn ding. Nadat hij korte tijd erotische strips heeft getekend, keert Griffo terug naar de mainstream uitgevers. Hij maakt kennis met Jean Van Hamme, die een tekenaar zoekt voor SOS Geluk, een reeks korte verhalen die de toekomst eens niet door een roze bril bekijken. Deze samenwerking maakt indruk. Griffo gaat ook samenwerken met Jean Dufaux (‘Mister Black’, ‘Beatifica Blues’, ‘Samba Bugatti’ en ‘Giacomo C.’) en Patrick Cothias (‘Cinjis Qan’), en Yves Swolfs (‘Vlad’). Met Nello en Patrasche komt Griffo terug naar zijn geboortestad, die hij veertig jaar geleden verliet om naar La Palma te trekken.
Ook Marc Legendre (1956) wordt geboren in de stad van Nello en Patrasche. Kan het mooier? Na een opleiding toegepaste grafiek vindt hij zeer snel zijn weg naar de stripwereld. Hij wordt hoofdredacteur bij het weekblad Kuifje en debuteert een jaar later bij concurrent Robbedoes met een eigen strip ‘Biebel’, tot vandaag een icoon. In 1993 bedenkt en start hij het weekblad Suske en Wiske bij Standaard Uitgeverij. Hij wordt de vaste scenarist van ‘De Rode Ridder’, schrijft ‘Ayak + Por’ voor Wilbert van der Steen en verdeelt zijn tijd tussen El Hierro en Vlaanderen.
Met z’n tweede beeldroman ‘Verder’ is hij in 2007 de enige stripauteur die ooit de shortlist van de prestigieuze Libris Literatuur Prijs haalt. Maar het breekt pas helemaal los in 2013: dan verschijnt het eerste deel van ‘Amoras’, een van de grootste stripsuccessen in het Nederlandse taalgebied, en later dat jaar ontvangt Marc uit handen van minister Joke Schauvliege de Bronzen Adhemar/Vlaamse Cultuurprijs voor de Strip. In 2021 is Marc de eerste striptekenaar die de Muze van Sabam krijgt, een carrièreprijs met als eerdere laureaten Arno en Pieter Aspe.