Geboren in 1883, in een arm Antwerps gezin, moest Jan Olieslagers al vroeg uit werken gaan.
Na diverse jobs belandde hij bij Minerva waar hij kennismaakte met de fiets en zich aan wielrennen ging wagen.
Wanneer Minerva zich ging toeleggen op motorfietsen, zag Jan zijn kans schoon om zich in deze nieuwe sport te bekwamen.
Als fabrieksrenner was Jan een graag geziene figuur op de wielerbanen van Zurenborg en Parijs, waar hij roem en faam behaalde. Als motorrijder en gangmaker liet hij veel van zijn concurrenten achter zich en behaalde hij een aantal wereldrecords.
Dat alles legde hem geen windeieren en wanneer in 1909 Louis Blériot het Kanaal overvloog, was Jans interesse in de nieuwe sport direct gewekt.
Wanneer Antwerpen datzelfde jaar een eerste vliegweek organiseerde, was Jan uiteraard kandidaat om deel te nemen.
Het was het begin van een korte maar fantastische vliegerloopbaan. Jan trok met zijn vliegtuig door gans Europa om deel te nemen aan goed betalende vliegdemonstraties. Hij was de eerste piloot die boven het Afrikaanse werelddeel vloog.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aarzelde hij niet om zichzelf, met zijn vliegtuigen, ten dienste van de militaire overheid te stellen.
Met zes overwinningen behoort Jan tot het selecte groepje van Belgische luchtazen.
Na de oorlog wordt het op vlieggebied stiller; de grote vliegweken met vette prijzenpotten zijn dan voorbij. Er zijn dan piloten genoeg. Maar Jan blijft zich inzetten voor de luchtvaart en is een van de promotoren van de Antwerpse luchthaven.
Na een slepende ziekte overlijdt Jan in 1942 te Berchem.