August Vermeylen: 150 jaar oud maar eeuwig jong

Er zijn weinig Vlaamse literatoren die zo precies en scherp over hun tijd hebben geschreven als de Brusselse ‘more brains’-essayist August Vermeylen (1872-1945) die 150 jaar geleden op 12 mei is geboren. Zijn oproep voor gemeenschapsvorming en -kunst klinkt vandaag luider dan ooit: van Sammy Mahdi die van de CD&V terug een ‘gemeenschapspartij’ wil maken tot Mark Elchardus’ pleidooi voor communitarisme in diens boek Reset.

Niet slechts taalbeweging

Redenen genoeg dus om August Vermeylens werk weer onder de aandacht te brengen. Daarom organiseert het Teirlinckhuis te Beersel op zondag 15 mei om 16.00 uur een hommage aan de misschien wel beste Vlaamse essayist ooit. Als zeventienjarige kroop de jonge Brusselaar Vermeylen al in de pen om in het tijdschrift Jong Vlaanderen te keer te gaan tegen de ‘kleingeestige droogstoppels en dikhuidige kalfsbreinen’. ‘Lach ze vierkant uit, de krabbelaars, de pennelekkers, wier taaie volzinnen zo kleurloos en langdradig als macaroni zijn.’

Vermeylen zocht en vond gelijkgezinde jonge hemelbestormers. Hij zou met onder anderen Stijn Streuvels, Cyriel Buysse, Karel van de Woestijne en Emmanuel de Bom het baanbrekende literatuurtijdschrift Van Nu en Straks in de jaren 1890 lanceren waarin hij zijn bekendste essays zou plegen. Ondertussen had hij via het Brussels-Vlaamse letterkundige genootschap De Distel ook kennis gemaakt met papa Isidoor Teirlinck en diens zoon Herman. In zijn bekende opstel Kritiek der Vlaamsche Beweging uit 1896 bedde deze jongere generatie, met Vermeylen als spreekbuis, haar streven naar vervlaamsing van het openbare leven en de literatuur in een expliciet maatschappelijke context in: ‘De Vlaamse Beweging mag niet slechts een taalbeweging zijn, maar een maatschappelijk streven in den breedsten zin van ‘t woord.’

In eigen grond geworteld

In zijn legendarische essay Vlaamsche en Europeesche Beweging ging Vermeylen vier jaar later nog een stap verder door te betogen dat Vlaamse autonomie pas echt zin had vanuit een Europees perspectief. Door zich daarbij open te stellen voor andere Europese culturen kon de Vlaamse cultuur echt wortel schieten. Vandaar zijn iconische slotzinnen: ‘Om iets te zijn, moeten wij Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn om Europeërs te worden.’

Vermeylens op het eerste gezicht kosmopolitische houding belette echter niet dat hij steeds weer hamerde op het belang van een eigen Vlaamse taal, literatuur en kunst: ‘Onze zending is, in eigen grond geworteld, het cultuurleven van onze buren in ons om te werken tot eigen leven.’

Vermeylen sprak in dit verband van ‘gemeenschapskunst’: ‘De kunst die komt, — gemeenschapskunst? De betekenis van deze uitdrukking heeft men dikwijls verminkt, maar een passender woord vind ik niet (…).’ In 1903 zou hij naar aanleiding van de oprichting van weer een nieuw literair blad Vlaanderen terugkomen op de contouren van die Vlaamse literaire gemeenschapskunst. Pas wanneer Vlaamse schrijvers — in interactie met hun Europese collega’s dus — zelf hun stem hebben gevonden, kan de Vlaamse literatuur als opstap voor een bredere Nederlandstalige literatuur in Noord én Zuid fungeren.

Hij noemt die laatste een Groot-Nederlandse literatuur: ‘Misschien mogen we eens den droom van een Groot-Nederlandse beschaving en een Groot-Nederlandse literatuur in ‘t volle vaste daglicht begroeten. Maar niet vroeger, dan wanneer wij gewoon ons eigen geworden zijn, wanneer dit volk zich opgewerkt zal hebben volgens eigen aard en eigen groeikracht. (…) De toekomst onzer literatuur is onafscheidelijk van de toekomst van ons volk (…).’

Mijollen tussen pot en pint

Toen Joachim Coens nog droomde van een rebranding van de huidige CD&V had hij het over een partij ‘van en voor het volk’. Mahdi, die allicht de fakkel zal overnemen, spreekt nu onomwonden van een ‘gemeenschapspartij’ en wil volop inzetten op ‘gemeenschapsvorming’. Kortom, Vermeylen maakt na 150 jaar ook school in de Vlaamse politiek.

Benieuwd of literatuurprof Hans Vandevoorde, die aan een biografie van Vermeylen werkt, het daar ook over zal hebben in zijn causerie zondag in het Teirlinckhuis. Hij belooft daarbij in eerste instantie te peilen naar het ketje in Vermeylen en Teirlinck. Het is immers bekend dat beide auteurs hun Brusselse roots in het Pajottenland graag cultiveerden via de Mijolclub, een maandelijkse samenkomst tussen pot en pint (geuze!) waarbij het volkse bakspel werd beoefend.

Vandevoorde houdt trouwens al jaren de aandacht voor Vermeylens werk warm. Vijf jaar terug bundelde hij de twee bekendste essays van Vermeylen samen met enkele spraakmakende beschouwingen van die andere gerenommeerde cultuurflamingant Jozef Deleu in het boekje Hoe Vlaming te zijn? En verleden jaar werden onder zijn impuls Vermeylens oorlogsdagboeken gepubliceerd. Ik denk nog het best met een pen in de hand, zoals die journaalaantekeningen tussen 1939 en 1944 heetten, waren immers nog nooit verschenen.

Ondertussen blijft het dus wachten op het definitieve verhaal over de literaire duizendpoot Vermeylen. Wie meer wil weten over de jonge jaren van Vermeylen, kan nu al terecht bij de bio die Chris Ceustermans onlangs wijdde aan de minder bekende Antwerpse schrijver Emmanuel de Bom, compagnon de route van Vermeylen tot grosso modo 1914. Ceustermans beschrijft in geuren en kleuren hoe Vermeylen toen als Brusselse spin in het literaire web fungeerde en daarbij iedereen van naam en faam naar zich toe zoog.

Gist van koekenbrood

Wanneer Vermeylen in 1945 komt te overlijden, had hij weer een nieuw tijdschrift op stapel staan met een al even bekende naam. Dit Nieuw Vlaams Tijdschrift (NVT) zou na Vermeylens dood door Herman Teirlinck worden geleid. Hij publiceerde postuum het laatste essay van Vermeylen in het debuutnummer ervan. In De taak roept Vermeylen voluntaristisch op om het vuur van de Vlaamse beweging dat hij zelf vijftig jaar eerder had opgepookt, brandend te houden: ‘Zoals Edward Anseele het eens op zijn manier in de Vereniging van Letterkundigen uitriep: het Vlaamse volk is uitstekend deeg, weest gij de gist om er een heerlijk koekebrood van te maken!’

De Vlaamse letteren kregen na de Tweede Wereldoorlog met het NVT alleszins een nieuwe dynamiek. Hugo Claus zou er zijn eerste roman De Metsiers in publiceren terwijl redactiesecretaris Hubert Lampo zich uitsloofde om het blad ook financieel boven water te houden. Ivo Michiels, Johan Daisne en Maurice Gilliams waren andere bekende namen uit de stal van het NVT. Om maar te zeggen dat Vermeylens begeestering ook na zijn dood de Vlaamse literatuur vleugels gaf. Tot vandaag.

Meer berichtjes van Frank Hellemans

Benno Barnard: ‘De verkrachting begint waar de handkus ophoudt’

Recensie Frank Hellemans - 31/01/2023
Afscheid van de handkus van Benno Barnard is een hoogst opmerkelijke mix van scherpe dagboeknotities met een speelse romanfantasie. Gemeenschappelijke noemer: de joods-christelijke beschaving die Barnard samen met de aristocratische handkus ziet verdwijnen en die hij daarom in zijn tactiel proza als [lees verder]

Leven en werken van Maurice Gilliams: biografie op komst

BlogFrank Hellemans - 13/07/2022
Nee, Maurice Gilliams (1900-1982) was geen collaborateur. En ja, meer dan waarschijnlijk heeft de officieel kinderloze Gilliams dan toch een (buitenechtelijke) zoon. Annette Portegies, die al in 1999 de opdracht aanvaardde om een biografie over Gilliams te maken, presenteert eind augustus 2022 in Weerspiegeld [lees verder]

Waarom valt er na Remco Campert zo weinig te lachen in de letteren?

BlogFrank Hellemans - 05/07/2022
Filmkomedies genoeg en Vlaamse tv-series vol kolder, karikaturen en groteske grollen. Maar wanneer kan je als lezer nog eens (glim)lachen bij het lezen van een Nederlandstalige roman? Ooit schreven auteurs voor hun plezier en schuwden allesbehalve de lichtvoetige en humorvolle toets, zoals de pas overleden [lees verder]

Waar zijn de literaire cafés met Toots Thielemans en gogogirls gebleven?

BlogFrank Hellemans - 28/06/2022
Remco Campert was er ooit kind aan huis. En dichters als Paul Snoek, Patrick Conrad en H.C.Pernath kwamen er geregeld over de vloer. Die laatste maakte er zelfs een dodelijke val. En ja, ook Hugo Schiltz en Henri-Floris Jespers frequenteerden de Antwerpse privéclub Vecu van 1961 tot 1983. Je zou warempel [lees verder]

Stachanovist Stijn Streuvels: hard werken loont

BlogFrank Hellemans - 21/06/2022
Bij alle gekte rond Felix Timmermans, die met de heruitgave van zijn Boerenpsalm plots weer een renaissance beleeft, krijgt ook Stijn Streuvels (1871-1969) in de luwte van zijn Lierse generatiegenoot meer dan terecht nog een late hommage. Stijn Streuvels 150 jaar. Een internationale auteur met universele [lees verder]

Maak kennis met de Engelse Bart Van Loo: Dan Jones over de Britse royals

BlogFrank Hellemans - 15/06/2022
Begin 2022 verscheen Van Rome tot Rome waarin de 40-jarige Engelse historicus Dan Jones 1000 jaar westerse middeleeuwse geschiedenis op 600 bladzijden comprimeert. Op zijn best is hij echter in Vorsten van Albion, de wervelend vertelde geschiedenis van het huis Plantagenet dat de Engelse kroon vanaf [lees verder]

Is Joachim Pohlmann echt de enige rechtse Vlaamse schrijver?

BlogFrank Hellemans - 08/06/2022
Eigenlijk is het hilarisch: het driemaandelijkse literaire tijdschrift Deus Ex Machina (DEM) brengt een themanummer over rechtse auteurs maar vindt nauwelijks pennen die zich waagden aan een stand van zaken. Resultaat: veel buitenlandse namen in deze rechtse literaire canon. En gelukkig toch ook Joachim [lees verder]

Arm Vlaanderen en het rijke oeuvre van Gaston Durnez

BlogFrank Hellemans - 25/05/2022
Gaston Durnez (1928-2019), tijdens de laatste jaren van zijn leven ook Doorbraak-medewerker, blijft hot dankzij Davidsfonds-uitgever Toon Horsten. Meest recente en nog nooit gepubliceerde tekst van Durnez is diens beschouwing over Boerenpsalm van Felix Timmermans die nu bij de heruitgave ervan verscheen [lees verder]

Waar blijft die Herman de Coninck-zaal in Mechelse bib?

BlogFrank Hellemans - 18/05/2022
Op zondag 22 mei is het 25 jaar geleden dat de toen amper 53-jarige dichter Herman de Coninck in de straten van Lissabon na een hartaanval in de armen van collega-dichteres Anna Enquist dood neerzeeg. De verslagenheid was groot want De Coninck was niet alleen een populaire, graag gelezen dichter – [lees verder]

August Vermeylen: 150 jaar oud maar eeuwig jong

Recensie Frank Hellemans - 11/05/2022
Er zijn weinig Vlaamse literatoren die zo precies en scherp over hun tijd hebben geschreven als de Brusselse ‘more brains’-essayist August Vermeylen (1872-1945) die 150 jaar geleden op 12 mei is geboren. Zijn oproep voor gemeenschapsvorming en -kunst klinkt vandaag luider dan ooit: van Sammy Mahdi [lees verder]

Ultima-winnares Annelies Verbeke zet kortverhaal en vergeten schrijfsters op de kaart

BlogFrank Hellemans - 04/05/2022
Mooie geste om dit jaar Annelies Verbeke (46) de Ultima voor de letteren te gunnen. Ze debuteerde ooit als een komeet, ontpopte zich vervolgens tot koningin van het kortverhaal en valt de laatste jaren vooral op door haar onvermoeibare inzet voor collega-schrijfsters.
Slapeloos op de trein
Verbeke [lees verder]

Lachen is gezond en vooral subversief: Walter van den Broecks Uilenspiegel

Recensie Frank Hellemans - 03/05/2022
Iedereen heeft ooit wel eens gehoord van Tijl en zijn Nele, en van Lamme Goedzak. Maar wie kent het hele verhaal echt?
Het Franstalige origineel La légende d’Ulenspiegel van Charles De Coster uit 1867 nodigt niet direct uit voor een avondje leesvertier, wegens vrij langdradig en barok. Goed [lees verder]

0
    0
    Jouw winkelmand
    Jouw winkelmand is leeg
      Bereken verzending
      Bon toepassen

      Bedankt!

      Je link is opgenomen. Hartelijk dank. We bekijken en plaatsen die zo snel mogelijk. Klik ‘Nog een link ingeven’ om een nieuwe link in te geven of klik op Terug om terug te gaan naar de vorige pagina.