‘We waren weglopers, nomaden in een land waarin we ons allang verleden waanden. We gingen drie aan drie, met de armen dicht in elkaar gehaakt. Zo zou de warmte van de ene naar de andere overgaan, als een warmtepomp.’
…
‘Ons kleine leger marcheerde door witte varens, langs eikenbomen met bladeren waar dikke druppels vanaf vielen – het smelten van de sneeuw. Behendig dat waren we, in deze koude natuur. Alsof we ervoor gemaakt waren.‘
(smeltende sneeuw.. hangen er dan nog bladeren aan de boom?)
De tocht
‘De beschermelinge‘ begint alvast dramatisch. De moeder kondigt haar dood aan: is ze terminaal en wil ze euthanasie plegen? Want ‘soms is het beter je verantwoordelijkheid te nemen om het lijden te verzachten’, zegt de vader bij het vinden van een gekwetste hinde, ginder in het bos.
De vader is een onverbeterlijke dronkenlap en vertelt zijn zes-koppige kroost dat hij niet voor hen kan zorgen en ze ongetwijfeld uit mekaar zullen gehaald worden en elk in een ander opvangtehuis zullen terechtkomen. De kinderen – vijf broers en een dochter Linda (we lezen het verhaal grotendeels vanuit haar standpunt) besluiten om kost wat kost bij mekaar te blijven en vertrekken na de dood van hun moeder bij nacht en ontij.
Dat is een interessant en intrigerend gegeven: hoe ze wegvluchten en in een bos trachten te overleven in weer en wind met een minimum aan proviand, hoe ze andere ‘vluchters’ tegenkomen, hoe ze zich schuil houden in een bunker en hoe ze uiteindelijk ontdekt worden en dan toch apart in weeshuizen en bij verschillende pleegouders opgenomen worden. Hoe hun tocht uiteindelijk uiteenspat en hoe tegelijk het hele verhààl uiteenspat en pas twintig jaar later verder gaat. En de lezer geleidelijk ontdekt dat de herinneringen van Linda niet noodgedwongen de zelfde zijn als die van haar broers.
De ene verslijt als kind al meer ouderparen dan de andere, de duivel zat in hem, pleegouders die een kind terugbrengen want ‘niet het kind waar we op gehoopt hadden’..
De lat ligt hoog
We zijn de laatste weken verwend met schitterende romandebuten. Nieuweling van Marion Bruinenberg bijvoorbeeld is zo’n geweldig boek, maar ook De man die een berg werd van Grete Simkute en Soms sneeuwt het in april van Janneke Siebelink. Ook anderstalige debuten waren ophefmakend: lees bijvoorbeeld Aarde eten van Dolores Reyes.
De lat ligt dus bijzonder hoog en Mira Sys duikt daar net onder..
Sommige passages, twintig jaar later, lijken me wat te clichématig en dus voorspelbaar. Soms zijn Mira’s volzinnen wat overhaast geschreven, heb ik de indruk. Dat stoort vooral de laatste vijftig bladzijden, alsof ze in tijdsnood is.
‘Het betrof een auto-ongeluk.’
‘De mensen van de politie’
‘Ze weende van geluk toen ze haar ogen opende.’
Of: ‘Hij herinnerde zich vrijwel alles. Dat kon gelukkig alleen maar betekenen dat zijn brein niet was aangetast.’
Heheh. Ja.
Al tovert dit soort zinnen een glimlachje op de lippen, top-literatuur kan ik dit niet noemen.
Een zin als ‘Menno weet ervan en heeft hem verexcuseerd’ doet mijn tenen krullen.
‘Hij komt terug van de toilet’ .. echt, ik denk dat de eindredacteur van dienst even afwezig was.
Deus ex machina
Als lezer verwacht je een deus ex machina, de grote ontknoping, want waar leidt het allemaal naar toe? Die komt er wel, maar blijft verholen en nauwelijks uitgesproken. De lezer vormt zich zelf een idee. En dat is goed.
Hardback | Nederlands | Literaire fictie algemeen |
Meer berichtjes van Herre Daelemans
Bekend bij God
Dit is een kleinood en ik kwam het als vanzelfsprekend tegen. Natuurlijk.
[lees verder]
Het verborgen verdriet
[lees verder]
Niemand is volmaakt. Maar goh, wat schieten we prachtig tekort!
(…) Maar hoe zit het dan met God? Ik hapte naar adem. Weet je als mensen het over God hebben … Ik denk, ik weet niet zeker of ze altijd… ik bedoel, God is niet iets waarvan je kunt bewijzen of het wel of niet bestaat. Maar zoals ik het bekijk, hebben [lees verder]
Tot leven gewekt, passioneel en vurig
Zelfs de stenen zullen huilen
“er was een tijd dat boeken zo kostbaar waren dat we ze met eerbied behandelden, dat we ze aan onze kinderen beloofden, aan onze geliefden schonken..”
Dit is het op ware feiten gebaseerde levensverhaal van Edmond Charlot, een jongen die als 21-jarige zijn droom weet waar te maken: [lees verder]
De vloek van een familie
Een onverbiddellijk rapport
Hoe volwassenen door kinderen pijnlijk raak geportretteerd worden.
‘Onze ouders, die zogenaamd gezaghebbende figuren .. ze dronken graag: dat was hun hobby of misschien een vorm van eredienst. Wijn en bier en whisky en gin. Ook tequila, rum en wodka. Midden op de dag noemden [lees verder]
Warmte in de poolcirkel
Maar in de natuur van Noorwegen [lees verder]
Een schreeuw tegen de schaamteloosheid
Het boek van de hoop
Het is een Japans gezegde: er zijn 50 woorden voor regen, omdat het zoveel regent.
Een geschikte metafoor, dacht auteur Asha [lees verder]
Zonder kunst geen leven
Net zoals Zora del Buono in ‘De maarschalk’ (hier eerder besproken) de levensloop van haar grootmoeder, [lees verder]